Adviespunt

Gender- en seksuele diversiteit

po vo mbo

Over gender- en seksuele diversiteit

In de fase van het voortgezet onderwijs komt de ontwikkeling van gender- en seksuele identiteit in een stroomversnelling. Genoeg redenen dus om met het thema gender- en seksuele diversiteit aan de slag te gaan.

Verplicht

Scholen zijn wettelijk verplicht om te werken aan een respectvolle houding voor seksuele diversiteit (kerndoel 43). Dit wordt gezien als onderdeel van het werken aan een sociaal veilig klimaat en burgerschapsvorming. Leerlingen kunnen alleen goed leren als zij ook in de ontwikkeling van deze identiteit zichzelf kunnen zijn. Zorg voor gender- en seksuele identiteit hoort dus bij het pedagogisch vakmanschap van iedere leraar.

Aandacht

Vaak wordt seksuele diversiteit gevoeld als iets dat aandacht nodig heeft op school. Ze hangt samen andere factoren die voor leerlingen van belang zijn.

  • Seksuele ontwikkeling. Er zijn leerlingen die een andere dan een heteroseksuele oriëntatie hebben of daarover nog in dubio zijn. Zij kunnen in een kwetsbare positie verkeren omdat ze over het algemeen vaker worden gepest, meer agressie en geweld meemaken en zich onveiliger voelen.
  • Gender. Dit speelt breed. Er zijn leerlingen die voelen dat ze van een andere gender zijn dan hun lichaam vertelt, of die zich niet thuis voelen bij de hokjes ‘jongen’ en ‘meisje’. Zij kunnen kwetsbaar zijn als medeleerlingen daar niet goed mee kunnen omgaan. Er kan ook gepest worden wanneer jongens en soms ook meisjes zich anders gedragen dan van hen verwacht wordt. Ten slotte kunnen tussen jongens en meisjes onveilige spanningen ontstaan over seksualiteitMeer hierover in het thema ‘Omgaan met seksualiteit’.
  • Maatschappelijk ongemak. Gender- en seksuele diversiteit zijn onderwerpen die geregeld onderwerp zijn van maatschappelijk debat. Leerlingen nemen dit mee de school in. Leraren kunnen het ongemak ook bij zichzelf tegenkomen. De onderwerpen zijn vooral lastig bespreekbaar omdat ze gaan over verschillen in normen over seksualiteit. Dit leidt tot minderheidsstress bij lhbt-leerlingen. En het verergert de stereotypering en discriminatie van lhbt-leerlingen. Daarom is het goed dat omgaan met seksuele diversiteit in de samenleving een belangrijk aandachtspunt is bij burgerschapsvorming.

Uitdagingen

Samengevat kun je stellen dat leerlingen die lhbt of in dubio zijn, zich onveilig kunnen voelen omdat sommige medeleerlingen zich minder respectvol naar hen gedragen. Dit geeft de school specifieke uitdagingenDie specifieke uitdagingen zijn benoemd in de factoren die voor scholen bevorderend zijn om met hun leerlingen te werken aan respect voor seksuele diversiteit vanuit de zorgplicht tot sociale veiligheid. Deze factoren zijn vastgesteld door de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit in juni 2017. Het rapport hierover is in juni 2017 verschenen. De publieksversie hiervan is het boekje ‘Waar begin je?’. ten opzichte van sociale veiligheid, waar School & Veiligheid graag in ondersteunt.

Gendi.nl voor inspiratie

Op de website Gendi.nl laten we alle mogelijkheden zien die scholen kunnen inzetten om gender- en seksuele diversiteit aandacht te geven op een manier die bij past bij jullie school en de leeftijdsfase (po, vo en mbo). Je vindt er inspiratie, tools en lesmaterialen om ruimte te geven aan het onderwerp in de klas en op school. Gendi een initiatief van School & Veiligheid.

In de klas

Met de leerlingen gender- en seksuele diversiteit respectvol bespreken, vormt het hart van werken aan een sociaal veilige sfeer rondom de onderwerpen. Het kan voor een docent niet altijd gemakkelijk aanvoelen om er aandacht aan te besteden, maar het is altijd een kans in het belang van de leerlingen om hierover meer van elkaar te leren.

Ongepland

Het meest effectief zijn de terloopse gesprekken. Deze zijn soms ongepland; soms zijn ze te verwachten of door de leraar gestuurd. Dit soort gesprekjes doen zich voor door vragen van leerlingen of bepaald gedrag. Ook kan het nieuws de aanleiding zijn, of de inhoud van de les. Hoe ongepland ze soms ook zijn, als docent kun je je wel degelijk op deze spontane gesprekken voorbereiden. Op Gendi.nl vind je korte tips om je daarbij te helpen. Ook kun je gebruik maken van specifieke kalendermomentenOp Gendi vind je suggesties voor dergelijke ‘kalenderhaakjes’ voor geplande, semi-geplande of spontane gesprekjes over seksuele diversiteit.

Gepland

Wanneer je als leraar hebt vastgesteld dat leerlingen ‘klaar’ zijn om meer hierover te leren, kun je eventueel een externe partij de klas in halen. Denk bijvoorbeeld aan gastlessen of interactief theaterVind inspiratie op Gendi.nl. Je kunt uiteraard ook zelf aan de slag gaan met een spel, een film, een methode of iets anders. Ook hiervoor kun je op Gendi genoeg suggesties vinden.

Interactief theater kan overigens ook juist werken als een trigger om het gesprek over gender- en seksuele diversiteit te starten. In dat geval heb je het er nog juist níet veel over gehad met de klas. Dit is een andere startpositie.

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Handleiding ‘Je hebt makkelijk praten’

povoBurgerschapsvormingGender- en seksuele diversiteitSpanning en discussie in de klasToon nog 2 tags

Deze handleiding helpt leraren bij het begeleiden van gesprekken over maatschappelijk gevoelige onderwerpen in de klas.

In het team

In de praktijk blijken leraren en teamleiders wel eens ‘weg te kijken’ van het onderwerp seksuele diversiteit. Vaak komt dat door zorgen over mogelijke onrust of reacties van leerlingen en ouders.

 

Zorgen

De meest geuite zorgen zijn:

  • Dat op school onrust ontstaat wanneer aan seksuele diversiteit aandacht wordt besteed, waardoor de sfeer op school onveiliger zou kunnen worden.
  • Heftige reacties van leerlingen wanneer leraren de onderwerpen in de klas bespreken.
  • Bezwaren van ouders die mogelijk vinden dat de onderwerpen niet bij de taak van de school passen.

De rol van de teamleider

Wat teamleiders onder meer kunnen doen, is het onderwerp goed inkaderen. Zij kunnen duidelijk maken dat seksuele diversiteit een onderdeel is van de zorg voor sociale veiligheid en burgerschapsvorming. Teamleiders kunnen faciliteren dat het team wordt gecoacht op het omgaan met weerstanden (van leerlingen en henzelf). Ook kunnen ze de intervisie organiseren waarbij collega’s elkaar kunnen verrijken in pedagogisch vakmanschap voor seksuele integriteit en diversiteit.

Ten slotte helpt het om als school vast te stellen welke normen en waarden er gelden op school bij het bespreken van gender- en seksuele diversiteit. Welke vrijheid van meningsuiting is getolereerd? Hoe ga je met elkaar om?
Gerelateerde kennisbankitems
• Waar begin je?
• Spel gedragen gedrag
• De Kijkroute

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Kijkroute (vo)

voOmgaan met seksualiteitPedagogisch klimaatleraarspelscholingsaanbodgesprekstoolToon nog 4 tags

‘De Kijkroute’ is een professionaliseringswerkvorm voor leraren in het voortgezet onderwijs om samen met enkele collega’s aan de hand van video’s met klassensituaties te werken aan pedagogisch vakmanschap op het gebied seksualiteit en gender. Een spelbord met vragen leidt langs de video’s.

Spel Gedragen gedrag (vo en mbo)

vomboAgressief gedragDiscriminatieOmgaan met seksualiteitPestenGender- en seksuele diversiteitToon nog 4 tags

Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Bedoeld voor onderwijsteams of leerlingen. Naast de versie voor het vo en mbo is er ook een versie voor het po.

In de school

De school dient er voor te zorgen dat het een sociaal veilige omgeving is. Zo hebben leraren een voorbeeldfunctie, waar ze zich bewust van dienen te zijn. Maar de best werkende voorwaarde voor een school waarin men zich respectvol gedraagt, is als leraren aan het begin van het schooljaar met de leerlingen afspreken hoe ze met elkaar omgaan – met het roepwoord ‘homo’ hierin nadrukkelijk opgenomen.

De coming-out van lhbt-leerlingen is een persoonlijke keuze. Het is belangrijk dat de school er naartoe werkt dat de sfeer zo veilig is dat lhbt-leerlingen zich vrij voelen om uit de kast te komen, als ze dat willen. Een coming-out zou dan geen incident meer moeten zijn. Wanneer de school dat wel zo ervaart, is het goed om te achterhalen waardoor dit komt.

Intentie en impact

Er is een onderscheid tussen intentie en impact. Het meest gebruikte scheldwoord op scholen is ‘homo’. Dit is niet altijd negatief bedoeld, maar heeft wel altijd een negatieve impact. Zelfs binnen jongensgroepen: als code om onder elkaar de mannelijkheid te bevestigen ten koste van de gelijkwaardigheid aan vrouwelijkheid.

Leerlingen hebben een schoolloopbaan de tijd om hieraan te werken. Jongens kunnen werken aan emotionele weerbaarheid tegen bepaalde (macho)normen. Alle leerlingen kunnen oefenen met meer empathie voor lhbt-leerlingen. Lhbt-leerlingen kunnen werken aan meer emotionele weerbaarheid. Zo leren alle leerlingen weerstand te bieden aan groepsdruk, onder meer de druk tot lhbt-discriminatie.

Leren van incidenten

Het komt helaas regelmatig voor dat een homoleerling op school wordt gepest vanwege zijn (vermeende) geaardheid. Ook gedrag dat niet gender-conform is, lijdt soms tot pesten of erger: tot geweld. Trans leerlingen hebben daar in het algemeen extra hinder van. Uiteraard wordt zo’n incident eerst zorgvuldig afgehandeld. Daarna is het aan te bevelen dat de school onderzoekt hoe het incident heeft kunnen ontstaan. Hoe kan het beleid van de school verbeterd worden zodat een dergelijk voorval minder snel weer gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een vragenlijst, waarmee duidelijk wordt of de bouwstenen van sociale veiligheid ook voor seksuele diversiteit zijn uitgewerkt.

Met hulp van leerlingen

Leerlingen verenigen zich steeds vaker in een GSA (Gender & Sexuality AllianceLees hier meer over op Gendi). Dit is een groep van leerlingen die hetero, lhbt (of anders) of in dubio zijn en die vaak ondersteund worden door een docent. De GSA zet zich in voor een veilige sfeer op school en kan leerlingen persoonlijk tot steun zijn. De school kan lhbt-leerlingen inzetten als spiegel waarin te zien is hoe het staat met de sociale veiligheid op school. Leerlingen kunnen ook zelf actief adviezen geven. Dit kan bijvoorbeeld als de GSA onderdeel is van de leerlingenraad.

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Digitaal Veiligheidsplan

povoVeiligheidsbeleid

Online tool voor het maken of verbeteren van een digitaal veiligheidsplan voor uw school. In vijf stappen kun je aan de slag met het in beeld brengen van het beleid rond sociale veiligheid op uw school.

Wet- en regelgeving

Kerndoelen

Sinds december 2012 staat in de kerndoelenLees meer over kerndoel 38 en 43 op Gendi.nldat alle scholen (po en vo) aandacht moeten geven aan seksuele diversiteit. Voor het primair onderwijs gaat het om kerndoel 38 en voor het voortgezet onderwijs om kerndoel 43.

Iedere school mag seksuele diversiteit behandelen op een manier die past bij de eigen visie en missie. De kerndoelen geven wel een kader, dat kan worden vertaald in vier aandachtspunten:

  1. Het gaat om het aanleren van een respectvolle houding.
  2. Respect voor diversiteit en goed burgerschap gaan hand in hand.
  3. Seksuele diversiteit gaat over diversiteit & seksualiteit.
  4. Het een veilig schoolklimaat is een voorwaarde om te werken aan een respectvolle houding.

Monitoring

Iedere school is wettelijk verplicht de veiligheidsbeleving van de leerlingen te monitoren. De school kan zelf bepalen hoe zij dat doet. Het is belangrijk dat de leerlingen hierbij gevraagd wordt hoe veilig zij de school vinden op het gebied van seksuele oriëntatie en gender (voor zichzelf en voor anderen).

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Monitoring

povoVeiligheidsbeleid

Monitoring is een belangrijk element in de wet Veiligheid op school. Daarmee houdt de school zicht op de veiligheidsbeleving van leerlingen. In dit artikel vertaalt School & Veiligheid de wetgeving over monitoring naar de schoolpraktijk.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.