Adviespunt

Gender- en seksuele diversiteit

po vo mbo

Over gender- en seksuele diversiteit

Tijdens het middelbaar beroepsonderwijs ontmoeten jongeren leeftijdsgenoten die op henzelf lijken of juist van hen verschillen. En dat heeft invloed op de ontwikkeling van hun gender- en seksuele identiteit. Dit is de periode dat de meeste jongeren openlijk uitkomen voor hun gevoelens ten aanzien van gender en seksuele oriëntatie. Anderen doen dit – zich extra bewust van hun omgeving – juist niet.

Verplicht

Mbo-scholen zijn wettelijk verplicht om te werken aan acceptatie van en respect voor gender- en seksuele diversiteit. Dit maakt deel uit van de basiswaarden in onze samenleving, zoals mensenrechten en acceptatie van andere vormen van diversiteit.

Lhbt+Waar staan de letters LHBTQIAP voor?
Lesbisch: vrouwen die op vrouwen vallen
Homo: mannen die op mannen vallen
Biseksueel: mensen die vallen op zowel mannen als vrouwen
Transgender: mannen die zich vrouw voelen, vrouwen die zich man voelen
Queer: een parapluterm om je af te zetten tegen ‘hokjes-denken’
Intersekse: mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke lichaamskenmerken
Aseksueel: mensen zonder behoefte aan seks
Panseksueel: mensen die niet vallen op geslacht, maar op karakter of persoonlijkheid
-studenten kunnen zich alleen goed voorbereiden op beroep en samenleving wanneer zij zich veilig voelen om open te kunnen zijn over hun gender- en seksuele identiteit. Het respectvol om kunnen gaan met verschillen daarin is essentieel voor een goede voorbereiding op werk en maatschappij. En dat geldt natuurlijk voor álle studenten.

Hoe veilig studenten zich tijdens de opleiding voelen is onder meer afhankelijk van de samenstelling van de groep. Op de ene mbo – en in de ene klas – is meer ruimte om open te zijn over gender- en seksuele identiteit dan op de andere. Op opleidingen met een meer masculiene of machocultuur kan het voor lhbt+-studenten lastiger zijn om zich fijn of veilig te voelen.

De studenten die open zijn over hun seksuele voorkeur, zijn wel de studenten die zich weerbaar voelen. Dat geldt op alle opleidingen.

Belangrijk, ook als het lastig is

Het is belangrijk dat op de opleiding hoe dan ook over dit onderwerp gesproken wordt. Voor de ontwikkeling van de student als persoon, als burger en als (toekomstig) professional. Al kan dat soms best lastig zijn. Onder meer omdat het gaat over verschillen in normen over seksualiteit. En omdat de identiteit van een student meerdere – soms botsende – lagen kent, bijvoorbeeld sociologisch, religieus, seksueel en qua gender.

Wees er alert op dat je geen aannames doet op basis van één aspect van iemands identiteit. Bijvoorbeeld: ‘De religieuze studenten in de klas zullen wel degenen zijn die er het meeste moeite mee hebben’. Ook andere aspecten van identiteit of omgeving kunnen vormend zijn in overtuigingen over gender-en seksuele diversiteit, bijvoorbeeld waar je woont en wie je kent. Dat geeft iedere opleiding specifieke uitdagingen ten opzichte van sociale veiligheid.

Gendi voor inspiratie

Op de website Gendi.nl laten we alle mogelijkheden zien die scholen kunnen inzetten om gender- en seksuele diversiteit aandacht te geven op een manier die bij past bij jullie school en de leeftijdsfase (po, vo en mbo). Je vindt er inspiratie, tools en lesmaterialen om ruimte te geven aan het onderwerp in de klas en op school. Gendi een initiatief van School & Veiligheid.

In de klas

Het is belangrijk dat je als docent de signalen op kunt vangen van studenten die worstelen met hun seksuele voorkeur. Maar ook van degenen die extreme opvattingen hebben over gender- en seksuele diversiteit.

Mbo-studenten laten zich vaak positiever of negatiever‘Het probleem is groter dan soms lijkt. Seksuele diversiteit in het mbo: voorlichting en verkenning’. Onderzoek Peter Dankmeijer e.a. (2014) i.o.v. EduDivers, Theater AanZ en COC Nederland. uit over homoseksualiteit dan leerlingen in het vo. Meningsverschillen kunnen daardoor heftig zijn.

In de loop van de opleiding worden studenten doorgaans toleranter in hun houding ten opzichte van diversiteit, dus ook in genderdiversiteit en seksuele oriëntatie. Het leren van kritische denkvaardigheden (het reflecteren op eigen opvattingen, beslissingen en handelingen) kan een uitdaging zijn omdat studenten een voorkeur hebben voor doen in plaats van denken. Maar dat kan juist ook een hulpmiddel zijn. Studenten die samen werken aan een opdracht, leren elkaar en (terloops) elkaars levensverhalen kennen. Dit kan ervoor zorgen dat er ook ruimte komt om het over gender- en seksuele diversiteit te hebben. Zowel tussen studenten onderling, als tussen docent en studenten.  

Ook als de docent regelmatig met jongeren in gesprek gaat over gender en seksuele diversiteit, draagt dat bij aan het ontwikkelen van meer tolerantie. 

Het gesprek aangaan

Je kunt als docent opzien tegen het bespreken van maatschappelijk beladen thema’s omdat het kan zorgen voor een heftige discussie in de klas. Homoseksualiteit is vaak zo’n thema. Om hier goed mee te kunnen omgaan, is het goed om te weten dat het hier niet gaat om het gedrag van individuele studenten, maar om het groepsproces, de rol van de docent en hoe de opleiding omgaat met lhbt-studenten en -docenten.  

“Als iemand iets zegt wat echt kwetsend is, en je reageert er op dat moment niet op, dan denken anderen in de klas misschien: nu voel ik me niet meer veilig.” – mbo-docent

Het is belangrijk dat je als docent inzicht hebt in je eigen standpunten en eventueel allergieën. Wanneer je weet welke reacties je raken en waarom, dan kun je beter reageren. Ook is het belangrijk dat je tolerant bent voor andere standpunten en duidelijk aangeeft wanneer grenzen overschreden worden. 

“Studenten willen wel graag ergens over praten, maar de manier waarop ze iets inbrengen kan soms nogal confronterend zijn. Het is onze taak om dat te begrenzen, zodat je de echte discussie naar boven haalt.” – mbo-docent

Wanneer studenten met elkaar botsen, en zich op basis van identiteit afzetten tegen een andere groep, dan vraagt dat pedagogisch vakmanschap. De ene docent is daarin vaardiger dan de andere. Binnen het team kun je afspraken maken welke docent dit soort gesprekken kan begeleiden. Om de docent hierbij te ondersteunen biedt Stichting School & Veiligheid trainingen aan. 

Geplande aandacht

Wat specifieke lessen betreft is het van belang dat de onderwerpen niet eenmalig aan bod komen bij burgerschap of loopbaanoriëntatie, maar ook – en regelmatig – bij beroepsgerichte vakkenZo wordt duidelijk dat het onderwerp niet op zichzelf staat, maar logisch verband houdt met het beroep. Bijkomend voordeel is dat het met regelmaat en meer vanzelfsprekend terugkomt. Studenten geven zelf ook aan dat zij dit wenselijk vinden.  

Stichting School & Veiligheid ontwikkelde samen met COC Nederland en Theater AanZ het project ‘‘Begrenzen & uitnodigen’Project ‘Begrenzen & uitnodigen’’. Het project had tot doel het creëren van een veilige sfeer en positieve norm rondom gender- en seksuele diversiteit binnen het mbo en bestond uit een theatervoorstelling voor studenten en een docententraining.   

Tips

Onze website Gendi.nl biedt een overzicht van lesmaterialen die (ook) te gebruiken zijn in het mbo. In de kennisbank met lesmaterialen over gender- en seksuele diversiteit kun je filteren op lesmaterialen voor het mbo.

 

In het team

Het creëren van een veilige omgeving waarin ruimte is voor gender- en seksuele diversiteit, is niet alleen de verantwoordelijkheid van individuele leerkrachten; het vraagt gezamenlijke inzet van het hele team.

Het team kan het volgende doen om een veilige omgeving te bieden waarin ruimte is voor diversiteit in genderidentiteit en seksuele oriëntatie.

  • Als het binnen de opleiding vanzelfsprekend is dat docenten open kunnen zijn over hun seksuele oriëntatie en genderidentiteit, kan dit een voorbeeld zijn voor studenten. Het kan seksuele diversiteit normaliseren en voor de studenten dichterbij brengen. Daarmee werk je als opleiding aan seksuele integriteit.
  • Burgerschap of loopbaanoriëntatie zijn goede, vanzelfsprekende momenten om het onderwerp te bespreken. Heb oog voor collega’s die zich daar onzeker bij voelen. Heb je er zelf moeite mee? Vraag hulp aan een collega.
  • Het is fijn als het onderwerp besproken wordt vanuit interesse of betrokkenheid van de individuele docent. maar laat het daar niet bij, want dan wordt wat studenten wel of niet leren afhankelijk van persoonlijke invulling.
  • Een teamtrainingTeamtraining ‘Dialoog onder druk’ kan een mooi instrument zijn om te oefenen in gesprekken over gevoelig liggende onderwerpen.

 

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Voorleven van seksuele integriteit met het team

povoOmgaan met seksualiteitintegriteitToon nog 1 tags

Als je als school wilt werken aan een seksueel integer schoolklimaat, vraagt dat om het uitdragen en voorleven hiervan door het hele team. Hoe jij en je collega’s (in het bijzijn) van leerlingen handelen, heeft voor leerlingen een belangrijke voorbeeldfunctie. Waar moet je dan concreet aan denken?

In de school

De opleiding moet een sociaal veilige plek voor studenten zijn. Dat is niet alleen een taak voor docenten; iedereen die bij de opleiding betrokken is, heeft daar inbreng in.

Wat kan een mbo-instelling doen om zo’n veilige omgeving voor studenten en medewerkers te creëren?

  • In veel mbo-instellingen zijn uitgangspunten voor respectvol gedrag geformuleerd. Het geeft alle bij het onderwijs betrokkenen duidelijkheid wanneer zij daaraan kunnen refereren.
  • Mentoren of studieloopbaanbegeleiders coachen individuele studenten en begeleiden de groep tijdens de studie. Dit biedt de kans om samen met studenten afspraken te maken over respectvol met elkaar omgaan. Wat is acceptabel en wat niet?
  • Een positieve sfeer op school rondom gender- en seksuele diversiteit betekent niet dat studenten hun seksuele oriëntatie niet als bijzonder of moeilijk kunnen ervaren. Het is belangrijk dat mentoren en vertrouwenspersonen dat beseffen. Ook al zijn studenten (jong-)volwassen, dan nog is het belangrijk om sensitief te zijn en daarop te reageren. Het hoort bij je rol dat je laat merken dat ze altijd bij je terecht kunnen.
  • De incidentenregistratie op de mbo-instelling kan een goede bron zijn van inzicht in de veiligheidsbeleving van Lhbt+-studenten.
  • Een veilige stage kan voor studenten betekenen dat ze zich gesteund voelen om voor het eerst – of opnieuw – openlijk voor hun geaardheid uit te komen. Lees ons informatieblad ‘Veilig op stage’ voor BPV-begeleiders. Je kunt ook gebruik maken van onze e-learning, gemaakt in samenwerking met de Anne Frank Stichting, voor ondersteuning van studenten bij ervaren discriminatie.

Ruimte geven aan gender- en seksuele diversiteit vraagt een brede blik en inzicht in hoe je dit kunt doen. Daarom heeft School & Veiligheid de thema-website Gendi.nl met tips, inspiratie, achtergronden en direct toepasbare materialen voor po, vo en mbo om leraren hierin te ondersteunen.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.