Adviespunt

Gender- en seksuele diversiteit

po vo mbo

Over gender- en seksuele diversiteit

Op de basisschool ontdekken kinderen hoe ze zich kunnen verhouden tot meisje-zijn en jongen-zijn. Een reden om met het thema gender- en seksuele diversiteit aan de slag te gaan. Aandacht voor het thema kan bovendien bijdragen aan het vergroten van de sociale veiligheid. Daarnaast geldt een verplichting voor scholen om het te behandelen.

Gendi.nl voor inspiratie

Op de website Gendi.nl vind je mogelijkheden om gender- en seksuele diversiteit aandacht te geven op een manier die bij past bij jullie school en de leeftijdsfase van jullie leerlingen. Je vindt er praktische tips, tools en lesmaterialen voor in de klas en op school. En inspirerende voorbeelden hoe je op een kleine manier ruimte maakt voor het thema. Kijk maar wat Floortje en Famke hierover zeggen in onderstaande video’s.

Sociale veiligheid

Leerlingen die niet genderconform, lhbt of in dubio zijn, kunnen zich onveilig voelen omdat sommige medeleerlingen zich minder respectvol naar hen gedragen. Dit geeft de school specifieke uitdagingenDie specifieke uitdagingen zijn benoemd in de factoren die voor scholen bevorderend zijn om met hun leerlingen te werken aan respect voor seksuele diversiteit vanuit de zorgplicht tot sociale veiligheid. Deze factoren zijn vastgesteld door de Onderwijsalliantie voor Seksuele Diversiteit in juni 2017. Het rapport hierover is in juni 2017 verschenen. De publieksversie hiervan is het boekje ‘Waar begin je?’. ten opzichte van sociale veiligheid, waar School & Veiligheid graag in ondersteunt.

Vaak wordt seksuele diversiteit gevoeld als iets dat aandacht nodig heeft op school. Ze hangt samen andere factoren die voor leerlingen van belang zijn.

  • Identiteitsontwikkeling. Leerlingen zijn bij zichzelf en elkaar eigenschappen aan het ontdekken en verhouden zich tot vrouw-zijn en man-zijn. In de bovenbouw ontstaan verliefdheidsgevoelens. Er zijn leerlingen die voelen dat ze anders zijn, weten dat ze een andere dan een heteroseksuele oriëntatie hebben of daarover nog in dubio zijn. Zij kunnen in een kwetsbare positie verkeren omdat ze vaker worden gepest, meer agressie en geweld meemaken en zich onveiliger voelen.
  • Gender. Er zijn leerlingen die voelen dat ze van een andere gender zijn dan hun lichaam vertelt, of die zich niet thuis voelen bij de hokjes ‘jongen’ en ‘meisje’. Zij kunnen kwetsbaar zijn als medeleerlingen daar niet goed mee kunnen omgaan. Er kan ook gepest worden wanneer jongens en soms ook meisjes zich anders gedragen dan van hen verwacht wordt. Over het algemeen wordt gedrag dat we labelen als ‘jongensachtig’ meer geaccepteerd dan gedrag dat we labelen als ‘meisjesachtig’. Een meisje dat houdt van skateboarden wordt stoer gevonden, terwijl een jongen die houdt van de kleur roze een watje gevonden wordt.
  • Loyaliteit aan opvoeding. Gender- en seksuele diversiteit zijn onderwerpen die geregeld onderwerp zijn van maatschappelijk debat. De onderwerpen zijn vooral lastig bespreekbaar omdat ze gaan over verschillen in normen over seksualiteit. Leerlingen kunnen komen uit gezinnen met verschil in deze normen. Daarom is het goed dat leraren vooral in hun alledaagse pedagogisch handelen kennis laten maken met diversiteit.

Verplicht

Scholen zijn wettelijk verplicht om te werken aan een respectvolle houding voor seksuele diversiteit volgens de kerndoelen. Dit wordt gezien als onderdeel van het werken aan een sociaal veilig klimaat en burgerschapsvorming. Leerlingen kunnen alleen goed leren als zij ook in de ontwikkeling van deze identiteit zichzelf kunnen zijn. Zorg voor gender- en seksuele identiteit hoort dus bij het pedagogisch vakmanschap van iedere leraar.

In de klas

Met de leerlingen respectvol praten over verschillen tussen mensen, vormt het hart van werken aan een sociaal veilige sfeer rondom deze onderwerpen. Het kan voor een leraar niet altijd gemakkelijk aanvoelen om er aandacht aan te besteden, maar het is altijd een kans in het belang van de leerlingen om hierover meer van elkaar te leren.

(Spontane) gesprekjes over gender- en seksuele diversiteit

Het meest effectief zijn de terloopse gesprekken over onderwerpen die raken aan gender- en seksuele diversiteit. Deze zijn soms ongepland; soms zijn ze te verwachten of door de leraar gestuurd. Dit soort gesprekjes doen zich voor door vragen van leerlingen of bepaald gedrag. Ook kan het nieuws de aanleiding zijn, of de inhoud van de les. Hoe ongepland ze soms ook zijn, als leraar kun je je wel degelijk op deze spontane gesprekken voorbereiden.

Op de website Gendi.nl staan verschillende tools waarmee je je kunt voorbereiden op deze gesprekken. Geplande, semi-geplande of spontane opmerkingen over man-zijn, vrouw-zijn, gender- en seksuele diversiteit vinden ook vaak plaats op bepaalde kalendermomenten (bijvoorbeeld Valentijnsdag). Hierop kun je je voorbereiden met de Aan de Slag-kalender.

Bij ongeplande momenten van aandacht kun je ook denken aan:

  • Sta stil bij een afbeelding van bijvoorbeeld een gezinssituatie in de reken- of taalmethode. Stel de vraag: Is elk gezin zo?
  • Controleer of je voorleesboek diversiteit omarmt of niet. Maak eventuele normen of stereotypen in het verhaal bespreekbaar.

Een (gast)les over gender- en seksuele diversiteit

Je kunt op verschillende manieren geplande aandacht aan gender- en seksuele diversiteit besteden. Zelf kun je aan de slag met een spel, een film, een methode of iets anders. Hiervoor kun je op Gendi.nl genoeg voorbeelden vinden.

Ook kun je eventueel een externe partij de klas in halen. Denk bijvoorbeeld aan een gastles of interactief theaterVind inspiratie op Gendi.nl. Je kunt uiteraard ook zelf aan de slag gaan met een spel, een film, een methode of iets anders. Ook hiervoor vind je op Gendi veel voorbeelden.

Interactief theater kan overigens ook juist werken als een trigger om het gesprek over gender- en seksuele diversiteit te starten. In dat geval heb je het er nog juist níet veel over gehad met de klas. Dit is een andere startpositie.

Bij geplande momenten van aandacht kun je ook denken aan:

  • Lees voor uit een prentenboek die diversiteit omarmt, bijvoorbeeld een boek waarin de hoofdpersoon twee vaders heeft.
  • Handel genderbewust. Selecteer bij groepjes maken bijvoorbeeld niet op ‘jongens’ en ‘meiden’ maar selecteer willekeurig of op andere eigenschappen.

In het team

In de praktijk blijken leraren en teamleiders wel eens ‘weg te kijken’ van het onderwerp gender- en seksuele diversiteit. Vaak komt dat door zorgen over mogelijke onrust of reacties van leerlingen en ouders.

 

Zorgen

De meest geuite zorgen zijn:

  • Schrik voor bezwaren en weerstand van ouders die mogelijk vinden dat de onderwerpen niet bij de leeftijd van de leerlingen of bij de taak van de school passen.
  • Angst voor bezwaren van ouders door verschil in normen over seksualiteit en levensovertuiging.
  • Dat leerlingen te vroeg met de onderwerpen in aanraking komen, omdat ze niet passen bij de leeftijd van de leerlingen of de taak van de school.
  • Dat op er school te weinig expertise is om aandacht te besteden aan gender- en seksuele diversiteit.

De rol van de schoolleiding

Wat de schoolleiding onder meer kan doen, is het onderwerp goed inkaderen. Zij kan duidelijk maken dat gender- en seksuele diversiteit een onderdeel is van de zorg voor sociale veiligheid en burgerschapsvorming en dat de aandacht ervoor, in een doorlopende lijn, passend gemaakt kan worden bij de leeftijd van de leerlingen. De schoolleiding kan intervisie faciliteren waarbij collega’s elkaar kunnen verrijken in pedagogisch vakmanschap voor seksuele integriteit en diversiteit.

Ten slotte helpt het om als school vast te stellen welke normen en waarden er gelden op school bij het bespreken van gender- en seksuele diversiteit. Welke vrijheid van meningsuiting is getolereerd? Hoe ga je met elkaar om?

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Kijkroute (vo) - omgaan met seksualiteit

voOmgaan met seksualiteitPedagogisch klimaatgesprekstoolscholingsaanbodspelleraarToon nog 4 tags

‘De Kijkroute’ is een professionaliseringswerkvorm voor leraren in het voortgezet onderwijs om samen met enkele collega’s aan de hand van video’s met klassensituaties te werken aan pedagogisch vakmanschap op het gebied seksualiteit en gender. Een spelbord met vragen leidt langs de video’s.

Spel Gedragen gedrag (po)

poAgressief gedragDiscriminatieOmgaan met seksualiteitPestenGender- en seksuele diversiteitToon nog 3 tags

Spel over gewenst en ongewenst gedrag op school. Bedoeld voor onderwijsteams of om te spelen met leerlingen of ouders in het primair onderwijs. Naast de versie voor het primair onderwijs is er ook een versie voor het voortgezet onderwijs en mbo.

In de school

De school dient er voor te zorgen dat het een sociaal veilige omgeving is. Zo hebben leraren een voorbeeldfunctie, waar ze zich bewust van dienen te zijn. Maar de best werkende voorwaarde voor een school waarin men zich respectvol gedraagt, is als leraren aan het begin van het schooljaar met de leerlingen afspreken hoe ze met elkaar omgaan – met het roepwoord ‘homo’ hierin nadrukkelijk opgenomen.

Op de basisschool kunnen leerlingen uit de kast komen. Dit is een persoonlijke keuze. Het is belangrijk dat de school er naartoe werkt dat de sfeer zo veilig is dat lhbt-leerlingen zich vrij voelen om uit de kast te komen, als ze dat willen. Een coming-out zou dan geen incident meer moeten zijn. Wanneer de school dat wel zo ervaart, is het goed om te achterhalen waardoor dit komt.

Intentie en impact

Er is een onderscheid tussen intentie en impact. Het meest gebruikte scheldwoord op scholen is ‘homo’. Dit is niet altijd negatief bedoeld, maar heeft wel altijd een negatieve impact. Zelfs binnen jongensgroepen: als code om onder elkaar de mannelijkheid te bevestigen ten koste van de gelijkwaardigheid aan vrouwelijkheid.
Leerlingen hebben een schoolloopbaan de tijd om hieraan te werken. Jongens kunnen werken aan emotionele weerbaarheid tegen bepaalde (macho)normen. Alle leerlingen kunnen oefenen met meer empathie voor lhbt-leerlingen. Lhbt-leerlingen kunnen werken aan meer emotionele weerbaarheid. Zo leren alle leerlingen weerstand te bieden aan groepsdruk, onder meer de druk tot lhbt-discriminatie.

Leren van incidenten

Het komt helaas regelmatig voor dat een leerling op school wordt gepest vanwege gedrag dat niet gender-conform is, of vanwege iemands (vermeende) gerichtheid. In het basisonderwijs wordt dit nog vaak door kinderen aan elkaar gelinkt, bijvoorbeeld: Een jongen komt altijd netjes gekleed naar school, en wordt door andere jongens gepest omdat zij hem daarom zien als homo.
Soms gaat dit pesten samen met geweld. Uiteraard wordt zo’n incident eerst zorgvuldig afgehandeld. Daarna is het aan te bevelen dat de school onderzoekt hoe het incident heeft kunnen ontstaan. Hoe kan het beleid van de school verbeterd worden zodat een dergelijk voorval minder snel weer gebeurt. Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van een vragenlijst, waarmee duidelijk wordt of de bouwstenen van sociale veiligheid ook voor seksuele diversiteit zijn uitgewerkt.

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Digitaal Veiligheidsplan

povoVeiligheidsbeleid

Online tool voor het maken of verbeteren van een veiligheidsplan voor jouw school. In vijf stappen kun je aan de slag met het in beeld brengen van het beleid rond sociale veiligheid op jouw school.

Wet- en regelgeving

Kerndoelen

Sinds december 2012 staat in de kerndoelenLees meer over kerndoel 38 en 43 op Gendi.nl dat alle scholen (po en vo) aandacht moeten geven aan seksuele diversiteit. Voor het primair onderwijs gaat het om kerndoel 38 en voor het voortgezet onderwijs om kerndoel 43.

Iedere school mag seksuele diversiteit behandelen op een manier die past bij de eigen visie en missie. De kerndoelen geven wel een kader, dat kan worden vertaald in vier aandachtspunten:

  1. Het gaat om het aanleren van een respectvolle houding.
  2. Respect voor diversiteit en goed burgerschap gaan hand in hand.
  3. Seksuele diversiteit gaat over diversiteit & seksualiteit.
  4. Het een veilig schoolklimaat is een voorwaarde om te werken aan een respectvolle houding.

Monitoring

Iedere school is wettelijk verplicht de veiligheidsbeleving van de leerlingen te monitoren. De school kan zelf bepalen hoe zij dat doet. Het is belangrijk dat de leerlingen hierbij gevraagd wordt hoe veilig zij de school vinden op het gebied van seksuele oriëntatie en gender (voor zichzelf en voor anderen).

Kennisbank artikelen over dit onderwerp:

Monitoring

povoVeiligheidsbeleid

Monitoring is een belangrijk element in de wet Veiligheid op school. Daarmee houdt de school zicht op de veiligheidsbeleving van leerlingen. In dit artikel vertaalt School & Veiligheid de wetgeving over monitoring naar de schoolpraktijk.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.