Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Ben je werkzaam in het onderwijs en heb je vragen over sociale veiligheid? Dan kun je terecht bij ons Adviespunt voor informatie en advies. Wij zijn er onder andere voor leraren, vertrouwenspersonen, schoolleiders, bestuurders, conciërges en veiligheidscoördinatoren.
Bel 030 285 66 16
Op schooldagen van 9.00 tot 16.00 uur
E-mail
Op schooldagen bereikbaar adviespunt@schoolenveiligheid.nl
Calamiteitenteam
24/7 bereikbaar via 030 285 66 16
Wij geven onder andere informatie en advies over:
Ben je werkzaam in het onderwijs dan is de kans groot dat je wel eens in aanraking komt met een vorm van grensoverschrijdend gedrag. Denk aan, pesten, intimidatie, agressie, seksualiteit etc. Wij geven informatie en advies over de aanpak van dit gedrag en over wat je kunt doen om het te voorkomen.
Sinds 2015 is de wet Veiligheid op school van kracht. Met deze wet heeft het bevoegd gezag van de school de plicht om zorg te dragen voor de veiligheid op school. Deze wet schrijft onder meer voor dat elke school een sociaal veiligheidsbeleid moet hanteren. Waar begin je? Wat houdt zo’n plan in, wat moet er in ieder geval in volgens de wet en hoe houd je het beleidsplan actueel en levend? Bij deze en andere vragen kan ons adviespunt je verder helpen.
Bij een calamiteit op school is snel en efficiënt handelen belangrijk. Door het ontwikkelen van een calamiteitenplan zorg je ervoor dat iedereen weet wat er van hem of haar verwacht wordt ten tijde van een calamiteit. Wil je meer weten over het maken van zo’n plan of is er een dringende zaak die NU aandacht vraag? Bel dan ons adviespunt. Bij onrust die de gang van zaken op school ontwricht bieden wij de mogelijkheid een calamiteitenadviseur in te zetten.
Ben je een interne of externe vertrouwenspersoon en heb je vragen of wil je graag met een professional sparren over een casus? Bel of app dan met ons adviespunt.
Een veilige en positieve groepssfeer is voor leerlingen de basis om tot leren te komen. Je kunt met ons de situatie in een groep bespreken. Wij geven advies over hoe je invloed uitoefent op de groepssfeer.
Vragen aan het Adviespunt
Beller: schoolleider
Via sociale mediaberichten zijn 11 leraren bedreigd. De leraren hebben het vermoeden dat een leerling uit het eindexamenjaar de afzender is. De mentor en teamleider hebben een gesprek met de leerling gevoerd. De leerling zegt van niks te weten en vraagt zich af of zijn computer gehackt is.
Hoe nu verder? Mogen we de leerling schorsen? Bij de afweging speelt voor ons ook mee dat hij examenkandidaat is.
Neem bij online bedreiging altijd contact op met de politie. Zij zullen onderzoek doen. Door zelf op onderzoek uit te gaan, kun je het politieonderzoek verstoren. De dader kan bijvoorbeeld sporen uitwissen. Ook zal de politie de mogelijke risico’s inschatten. Om wat voor dreiging gaat het, lopen de collega’s gevaar? In overleg met de politie kan bij grote dreiging zelfs besloten worden de school te sluiten, tot er meer duidelijk is.
Gedurende het onderzoek mag de school de leerling schorsen. Breng de onderwijsinspectie hiervan op de hoogte en ook de leerplichtambtenaar. De leerling heeft wel nog steeds recht op onderwijs. Zorg dus dat de leerling schoolmiddelen mee naar huis krijgt.
Bied steun aan de collega’s die de dreigementen kregen. Laat hen hun emoties delen. En benadruk dat de reacties verschillend mogen zijn. Vraag elk van deze collega’s wat hij of zij nodig heeft op dit moment.
Weeg af of het crisisteam in werking gesteld moet worden. Het crisisteam bepaalt of en hoe gecommuniceerd wordt met ouders, leerlingen, lerarenteam en andere medewerkers. En het crisisteam bereidt zich voor op vragen van de pers.
Mocht de school behoefte hebben aan ondersteuning rond deze calamiteit, dan kan (kosteloos) gebruik worden gemaakt van advies van het Calamiteitenteam van Stichting School & Veiligheid.
Na afloop van het gesprek stuurt het Adviespunt vaak nog een overzicht met aanvullende informatie. Dat is interessant als verdieping voor de beller, maar ook voor jou als lezer. In dit specifieke geval ontving de beller deze informatie:
Beller: bestuurder primair onderwijs
Twee leerlingen van de school hebben ruzie gehad en daarbij sloeg de ene leerling de andere leerling tegen het hoofd. De leraar heeft beide leerlingen apart genomen en met hen gepraat over de ruzie en over het slaan. Zij heeft de regels van de school over het slaan herhaald en uitgelegd hoe de jongens een volgende keer een ruzie op een andere manier kunnen oplossen. De jongen die sloeg heeft sorry gezegd. De leraar heeft het protocol van de school gevolgd en hierin staat dat de leerling een straf krijgt opgelegd. De leraar laat de jongen de volgende dag nablijven. De ouders van beide jongens worden op de hoogte gesteld van de ruzie. De ouders van de jongen die geslagen is, willen van de directeur weten welke straf de andere jongen heeft gekregen. De directeur wil deze ouders hier niet over informeren, dat is het schoolbeleid.
De bestuurder wil weten of ouders van een leerling geïnformeerd moeten of mogen worden over maatregelen die de school neemt rond een andere leerling.
Vanwege de bescherming van de privacy mag met ouders geen informatie gedeeld worden over een andere leerling. De directeur meldt aan ouders dat het protocol gevolgd is. Is het nodig dat meer informatie gedeeld wordt, dan kan dit alleen als ouders van de betreffende leerling hier toestemming voor geven.
Achter de vraag van ouders over welke maatregelen de school genomen heeft, zit vaak een andere vraag, bijvoorbeeld een zorgvraag als “wat als het nog een keer gebeurt?” of “kan mijn kind nog wel veilig naar school?”. Probeer die vraag te achterhalen en ga daar op in. Met doorvragen laat je zien dat je de vraag van de ouders serieus neemt en werk je aan de relatie met hen.
Beller: vertrouwenspersoon
Een leerling van 15 jaar vertelt aan de vertrouwenspersoon dat zij al langer dan een half jaar via verschillende sociale mediakanalen contact heeft met een van haar leraren. Eerst ging het over schoolzaken, later stuurden ze aan elkaar persoonlijke berichten. Het werd een beetje ‘spannend’ toen ze ook seksueel gerichte berichten aan elkaar begonnen te sturen. En nu vraagt de leraar haar een foto te sturen waarop hij haar ‘echt kan zien. Je weet wel je schoonheid onder je bloesje’, schreef hij erbij.
Door dit verzoek besluit de leerling bij de vertrouwenspersoon aan te kloppen. De leerling vraagt zich af hoe ze een einde kan maken aan dit contact. ‘Ik heb al zo lang contact met hem, het is mijn fout’, zegt ze.
De leerling wil niet dat iemand weet dat ze bij mij is geweest en dat ik hierover met iemand praat. Wat moet ik hiermee? Het voelt niet goed.
Terecht dat het niet goed voelt. De machtsverhouding tussen een leraar en een leerling is nooit in balans. Het is belangrijk om de leerling erop te wijzen dat zij geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor wat er gebeurd is: niet voor de correspondentie, niet voor de inhoud én zeker niet voor de seksueel getinte mailuitwisselingen tussen haar en de leraar.
Leerlingen in deze leeftijd kunnen verliefd worden op hun leraar, hun seksuele ontwikkeling is nog in volle gang. De leraar is de volwassene, hij is de professional en vooral: hij is de verantwoordelijke. Met andere woorden, er zijn heel veel verschillende machtsverhoudingen niet in balans.
Daarnaast attenderen we deze vertrouwenspersoon erop ouders op de hoogte te brengen. Ondanks dat de leerlinge niets wil, horen de ouders volgens het informatierecht geïnformeerd te worden. Hun dochter is minderjarig en dat betekent dat de ouders de klacht van hun dochter als het ware overnemen. Vervolgens bepalen de ouders (vaak in goed overleg met hun kind en de vertrouwenspersoon) wat en hoe ze het verder op willen pakken.
Hierbij is het belangrijk te noemen, hoe belangrijk het is om zorgvuldig met de leerling te communiceren. Deze leerling heeft immers vertrouwen geschonken aan de vertrouwenspersoon, door te komen en haar verhaal te vertellen. Daar moet de vertrouwenspersoon zuinig op zijn. Een zin zoals ‘ik moet je ouders informeren’ kan het vertrouwen beschadigen. Het kan helpen om in eerste instantie de leerling prijzen voor haar komst en een aantal vragen met haar door te nemen in de trant van ‘Heb je al met je ouders hierover gesproken? Waar ben je bang voor? Denk eens na op welke manier wij het beste je ouders kunnen informeren. Je kunt het zelf gaan vertellen, ik kan ze bellen of uitnodigen voor een gesprek. We kunnen dat gesprek eventueel samen voorbereiden’, et cetera.
Verder hebben scholen te maken met de meldplicht. Elke medewerker van een school die een vermoeden heeft van een vermeend zedendelict, moet daar onverwijld een melding van maken bij het schoolbestuur. Hoewel hier (nog) geen sprake is van een zedendelict, kan het vragen van een foto als grooming beoordeeld worden. De beoordeling moet worden overlaten aan deskundigen. Het Adviespunt raadde in dit geval aan dat de vertrouwenspersoon in overweging neemt een melding te doen bij het bestuur, conform de wetgeving rond de meldplicht.
Ten slotte adviseren we de vertrouwenspersoon aandacht te vragen voor professioneel gedrag binnen de school tussen personeel en leerlingen, zodat je soortgelijke praktijken in de toekomst kunt voorkomen. Ook het geven van voorlichting over de meldplicht (de meld-, overleg- en aangifteplicht) is in het gesprek onder de aandacht gebracht.
Wij zijn een vmbo-school met ongeveer 550 leerlingen. We zijn bezig om seksualiteit en genderdiversiteit onder de aandacht van onze leerlingen te brengen. In de klassen zijn de verschillen groot: seksueel actieve leerlingen zitten naast leerlingen die bij wijze van spreken bij het woord ‘menstruatie’ de klas al uit willen lopen. Hoe gaan wij om met de grote verschillen tussen leerlingen? De grote verschillen in geloofsovertuiging en cultuur maken een gesprek over bijvoorbeeld homoseksualiteit en genderdiversiteit haast onmogelijk en ook onveilig.
Wat mooi dat jullie expliciet aandacht hebben voor seksualiteit, identiteit en relaties! En dat jullie bewust omgaan met onderlinge verschillen tussen leerlingen. School & Veiligheid heeft een aantal producten en tools die jullie hierbij kunnen ondersteunen.
Onze training Dialoog onder Druk geeft docenten het gereedschap en het vertrouwen om op een professionele manier een gesprek in de klas te kunnen voeren waar spanningen kunnen ontstaan tussen groepen leerlingen. In de training krijg je inzicht in de groepsdynamiek bij beladen onderwerpen. Door middel van een gespreksmodel leer je hoe je een fijn en veilig gesprek creëert. Verder oefen je gesprekken met een acteur, waarbij je disrespectvol taalgebruik leert begrenzen en leert hoe je een leerling uitnodigt om op een positieve manier te verwoorden hoe die ergens over denkt.
Om leerlingen te leren bewust, respectvol en verantwoordelijk om te gaan met seksualiteit en gender, kun je nog veel meer doen dan groepsgesprekken. Jullie leraren kunnen daar in al hun lessen aandacht voor hebben: door situaties die zich voordoen in de klas te benoemen, door positief gedrag te bekrachtigen, etc. Op onze website vind je hier veel informatie over (zie de links hieronder).
Op onze thema-website Gendi.nl vind je praktische tips, tools en lesmaterialen voor in de klas en op school om gender- en seksuele diversiteit aandacht te geven.
Verder is het natuurlijk van belang dat jullie een heldere schoolvisie met elkaar hebben over welke ontwikkeling jullie de leerlingen willen laten doormaken. Daarmee zorgen jullie ervoor dat hierop beleid wordt ontwikkeld, waarbij gewerkt wordt aan randvoorwaarden zoals gedragsregels en afspraken. Met ons populaire spel Gedragen Gedrag kun je hieraan werken, zowel met het team, als met de leerlingen.
Als schoolbestuurder ben ik de veiligheidsplannen van onze scholen in het po en vo aan het updaten. Welke onderdelen zijn wettelijk verplicht?
Zorgen voor de sociale veiligheid van leerlingen én medewerkers is wettelijk verplicht. Die verplichtingen vloeien voort uit verschillende wetten.
De arbowet en de CAO schrijven voor dat jullie scholen psychosociale arbeidsbelasting, veroorzaakt door o.a. seksuele intimidatie, racisme, agressie en geweld en pesten, moeten voorkomen. En dat jullie scholen hiervoor plannen moeten maken, een preventiemedewerker moeten aanstellen en risico’s moeten monitoren. De CAO verplicht jullie scholen om een klachtenregeling te hebben.
Onderwijswetgeving zegt dat de scholen een zorgplicht voor de veiligheid van leerlingen op school hebben. Jullie scholen moeten sociaal veiligheidsbeleid uitvoeren, een aanspreekpunt pesten aanwijzen en iemand moet het antipestbeleid coordineren. Verder moet gemonitord worden onder leerlingen of zij zich veilig voelen.
Daarnaast moeten jullie scholen actief burgerschapsonderwijs verzorgen.
In al deze wetgeving komt het neer op een planmatige samenhang van preventieve maatregelen, organisatorische invulling, het actief onderhouden en uitvoeren van plannen en het voortdurend checken of de uitvoering van de plannen ook leidt tot veiligheid op elke school. Wij adviseren om de plannen binnen de scholen met een werkgroep op maat te maken, zodat ze goed aansluiten bij elk van jullie scholen en zodat ze gedragen worden door de schoolteams.
Om scholen en schoolbesturen hierin te ondersteunen hebben wij een kosteloos te gebruiken online tool ontwikkeld, het Digitaal Veiligheidsplan. Hierin is expliciet vermeld welke onderdelen wettelijk verplicht zijn en hoe je hier binnen de school aan kunt werken.
Als leerlingen zich op schoolkamp in het buitenland misdragen, willen we ze terug naar huis kunnen sturen, ook als ouders ze niet willen komen ophalen. Hoe regelen we dat zo, dat de veiligheid goed geborgd is?
Voorop staat dat het belangrijk is vooraf een helder plan te maken, waar ouders toestemming voor geven. Dit plan is gebaseerd op de bestemming, de hoeveelheid begeleiders en de leeftijd van de leerlingen die meegaan op reis. Leg vast wie tijdens het kamp bij dilemma’s de knoop doorhakt en wie er vervolgens geïnformeerd moeten worden. Wijs iemand aan die vanuit Nederland zaken op afstand coördineert.
Benoem in het plan concreet wat leerlingen moeten kunnen om alleen te kunnen reizen. Zo zijn leerlingen van 16 jaar een stuk zelfstandiger dan leerlingen van 13 jaar. Ook zijn er verschillen in zelfstandigheid tussen bijvoorbeeld vmbo-leerlingen en vwo-leerlingen. Zelfs binnen één groep kunnen de verschillen groot zijn. Verder zegt de wet dat een leerling jonger dan 18 jaar zelfstandig mag reizen, maar hiervoor moet dan wel toestemming zijn gegeven door ouders.
Hou in het plan ruimte voor een afweging van mogelijkheden en onmogelijkheden in de situatie ter plaatse. Kan de leerling zelfstandig naar huis? Hoe is de emotionele toestand van de leerling op dat moment? Hoe is de veiligheid in het land waar de leerling moet reizen? Zijn er andere risico’s? Neem in het plan alternatieve oplossingen op. Kan een kampbegeleider vrijgemaakt worden om mee te reizen? Kan de leerling door iemand anders opgehaald worden?
Het kan betekenen dat ter plaatse wordt besloten dat het niet verantwoord is de leerling alleen naar huis te sturen. Bedenk voor deze situatie alternatieve interventies. Laat de leerling bijvoorbeeld niet meer mee doen met groepsactiviteiten en sanctioneer achteraf op school.
Op onze website geven wij informatie en tips om veilig op reis te gaan met leerlingen:
De rector van een vo-school belde het Adviespunt met de vraag hoe zij de examenstunt dit jaar veilig kunnen laten verlopen. Vorig jaar is de examenstunt op school volledig uit de hand gelopen. Er waren veel vernielingen binnen de school, waarbij sprake was van alcoholgebruik. Een aantal leraren voelde zich bedreigd. De politie kwam ter plaatse. Er ontstond ook onrust onder ouders.
We hebben in ons telefoongesprek de volgende onderwerpen de revue laten passeren.
Ga na wat op dit moment, gelet op de ervaringen van vorig jaar, het sentiment is binnen het team en onder leerlingen en ouders. Waar liggen de zorgen? Waar is behoefte aan? Neem ook in overweging of er dit jaar wel een examenstunt moet komen.
Breng risico’s in kaart. Wat valt te verwachten van de huidige groep examenleerlingen? Zijn de risico’s in jullie ogen te groot, denk dan (eventueel met de leerlingen) na over een alternatief – ludiek – afscheid, zoals een leuk eindexamenfeest.
Is er na de uit de hand gelopen stunt van vorig jaar met alle leerlingen in de school nabesproken waar de grenzen liggen van wat nog leuk en toelaatbaar is? En ook wat de consequenties zijn als leerlingen over die grenzen gaan? Bedenk of het een optie is om de examenstunt voor te bereiden samen met de examenleerlingen. Waarbij de school het speelveld voor de leerlingen duidelijk maakt, door aan te geven waar de grenzen liggen van wat nog acceptabel is.
Welke keuzes je ook maakt, zorg voor tijdige en heldere communicatie hierover naar leerlingen, team en ouders.
Loop het veiligheidsplan en het crisisplan nog eens langs met de collega’s die een rol hebben in de zorg voor veiligheid. Denk aan de veiligheidscoördinator, maar ook aan bijvoorbeeld de conciërges. Is in de plannen opgenomen hoe de school omgaat met het gebruik van alcohol en drugs of met het meebrengen van wapens? Is er een crisisteam? Is er een contactpersoon bij de politie met wie plannen vooraf doorgenomen kunnen worden? Een goede samenwerking en informatieuitwisseling met partners als politie en gemeente is belangrijk, ook bij het inschatten van risico’s. Bespreek met elkaar welke de-escalerende interventies je kunt inzetten. En hoe voor de veiligheid van overige leerlingen en team gezorgd wordt op het moment dat de situatie uit de hand lijkt te lopen. Stuur je leerlingen naar huis? Of vang je hen op in de gymzaal?
Bij welke organisaties kun je nog meer terecht?
Stichting Ouders & Onderwijs is er speciaal voor alle ouders met kinderen in de schoolgaande leeftijd. Via hun website en helpdesk informeert Ouders & Onderwijs ouders over alles wat met onderwijs te maken heeft. Ouders & Onderwijs heeft een landelijk Ouderpanel en vertegenwoordigt ouders richting de politiek, de onderwijssectoren en in de media.
Besturen, schoolleiders, docenten, studenten, ouders en andere onderwijsmedewerkers kunnen bij de Onderwijsinspectie terecht met:
Voor algemene vragen over wet- en regelgeving in het onderwijs kun je terecht bij de website en het telefonisch loket van de Rijksoverheid.
Bent je een schoolleider en heb je vragen over het screenen van jouw personeel? Of ben je gevraagd een VOG verklaring af te geven en heb je vragen? Dan kunt u terecht bij Justis. Justis biedt informatie en advies via de website en de telefonische helpdesk.
Werk je in het onderwijs en heb je vragen over arbeidsvoorwaarden, contract of is er een arbeidsconflict ontstaan waarbij je advies wilt omtrent de wettelijke aspecten van de situatie? Dan kun je terecht bij het Juridisch Loket voor gratis juridisch advies.
Het Landelijk Steunpunt Extremisme (LSE) biedt hulp en advies over de omgang met radicalisering en extremisme, ook aan onderwijsprofessionals. Het LSE beschikt over een hulp- en advieslijn. Zo kunnen burgers en professionals die zorgen hebben over (mogelijke) radicalisering en extremisme dit delen. En wanneer nodig kan LSE hier opvolging aan geven.
Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.