Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Als je seksueel grensoverschrijdend gedrag van schoolmedewerkers wilt tegengaan, moet je binnen het team werken aan seksuele integriteit. Zo kan een cultuur van openheid, communicatie en reflectie ontstaan waarin een gevoel van competentie heerst. In dit artikel lees je hoe seksueel integer gedrag en een seksueel integere school eruit zien en geven we hier praktische voorbeelden van.
Seksuele integriteit op school betekent dat schoolmedewerkers bewust, respectvol en verantwoordelijk omgaan met de eigen seksualiteit en gender en die van anderen. In de praktijk blijkt dat nog een hele stap. Het thema seksualiteit en gender is beladen en erover praten is voor veel mensen niet gemakkelijk. Dat geldt zeker voor scholen met een gesloten en vermijdende cultuur. Echter, waar niet gesproken kan worden over wensen en grenzen in de contacten tussen leraar en leerling zijn de grenzen minder helder. Daardoor wordt de kans groter dat een schoolmedewerker de grens over gaat.
Daarnaast kan geslotenheid in de weg staan van adequaat handelen, wanneer grenzen zijn overschreden of hier vermoedens van zijn. Het gaat bovendien ten koste van het werkplezier van medewerkers en staat seksuele integriteit in de weg.
Wat kun je als school doen als je ziet dat er bij jullie sprake is van enkele of alle bovenstaande kenmerken en je wilt dat doorbreken? Dan is het noodzakelijk om actief te werken aan seksueel integer gedrag (seksuele integriteit) van schoolmedewerkers, om zo meer openheid te creëren in de schoolcultuur.
Wat is seksuele integriteit precies? Wat moet je dan doen en waar moet je op letten, als individuele leraar en met elkaar als team? In een professionele en seksueel integere schoolcultuur zie je het volgende:
Dit is verder uitgewerkt in onderstaande tabel uit een onderzoekVan der Steeg, E., Schipper-van Veldhoven, N., Cense, M., Bellemans, T. & De Martelaer, K. (2019). Seksuele integriteit in sport- en beweegcontexten. Lichamelijke Opvoeding Magazine, 8. door Van der SteegPublicaties van E. van der Steeg en anderen.
(tabel met uitwerking van seksuele integriteit door Van der Steeg et al. (2019)
Om een beter beeld te krijgen van hoe seksuele integriteit er in de praktijk uit kan zien, zijn hieronder enkele voorbeeldenNaar het voorbeeld van Van der Steeg et al., 2019uitgewerkt. Hier zijn de elementen uit bovenstaande tabel in verwerkt.
Suus is fanatiek aan het voetballen. Ze krijgt onverwacht de bal hard tegen haar hoofd. Ze heeft pijn en huilt. De jonge leraar twijfelt of hij in deze situatie een troostende hand op haar schouder mag leggen.
Lees hierDe leraar gaat na of het een passende situatie is om haar te troosten. Dat is het, want de leerling heeft troost nodig en het betreft geen een op een-situatie (element 1). hij legt zijn hand op haar schouder (element 7) en vraagt of het gaat en wat ze nodig heeft (element 4). Hij let daarbij op haar verbale en non-verbale reactie (element 1). Suus voelt zich gezien en gesteund. In een volgend overleg met collega’s brengt de docent deze casus in, omdat hij twijfel had gevoeld (element 4). Ze komen samen tot de conclusie dat hij in deze situatie een goede afweging heeft gemaakt en gehandeld heeft in het belang van de leerling (element 7). wat de docent deed:
Toby is verliefd op zijn klasgenoot Jesse. Hij merkt tijdens de les dat als iemand een fout antwoord geeft, er soms door medeleerlingen op gereageerd wordt met ‘homo!’. De docente hoort het, maar gaat er dit keer niet op in. Toby begrijpt daaruit dat homo-zijn iets negatiefs is en schaamt zich voor zijn gevoelens voor Jesse.
Lees hierDe leraar heeft het ook gehoord en realiseert zich dat deze uiting van homonegativiteit een onveilige sfeer creëert voor haar leerlingen, in het bijzonder lhbt-leerlingen (element 2). Tijdens een rustig moment spreekt zij met haar leerlingen over het elkaar noemen van ‘homo’ (element 5). De docente en de leerlingen zijn het erover eens: of je homo, hetero of bi bent, het zegt niets over je leerkwaliteiten. En bovendien: verliefd zijn op een jongen is net zo prima als verliefd zijn op een meisje. In een volgend teamoverleg vertelt de docente hierover en vraagt of collega’s ook homonegativiteit signaleren in hun klassen (element 8). Zij stimuleert zo haar collega’s om sensitief te zijn voor uitingen van homonegativiteit (element 2) en duidelijk en proactief uit te spreken dat iedereen oké is, of je nou op jongens of meisjes valt, en dat het woord homo dus niet in negatieve zin gebruikt wordt op school (element 8). Toby voelt zich gesteund door zijn docente. ‘Gelukkig vindt zij het normaal dat jongens verliefd kunnen worden op jongens’. wat de docent deed:
De leraar geeft Yasmin een complimentje over haar nieuwe broek. Dat was niet flirterig of ‘fout’ bedoeld, maar het kwam bij haar wel zo over. Yasmin en medestudenten praten er in de pauze over of dat compliment nou oké was of niet.
Lees hierDe leraar merkt aan de reactie van Yasmin dat zijn compliment niet goed ontvangen werd (element 3). Op een rustig moment spreekt hij haar aan om te checken of zijn observatie klopte (element 6) en maakt zijn excuses (element 9). Hij vertelt ook dat het niet zijn bedoeling was om haar ongemakkelijk te doen voelen (element 6). Yasmin is blij dat de leraar er even op terug kwam, want het zat haar niet lekker. Maar nu is het uitgesproken en dat is prettig.wat de docent deed:
Zoals inmiddels wel duidelijk is: Openheid, communicatie en reflectie zijn noodzakelijk voor een seksueel integer schoolklimaat. En zoals ook blijkt uit de voorbeelden, ontkom je er niet aan om in de school en in het team ruimte te maken om over dit soort vragen na te denken. Daarvoor moet de groep niet te groot zijn, en de sfeer veilig. Het is immers een kwetsbaar onderwerp.
Het kan ook nodig zijn om hiervoor structuren op te zetten in je school. Intervisie kan hier een geschikte vorm voor zijn, maar ook in andere (kleinere) overlegvormen kan (structureel) ruimte gemaakt worden voor dit soort casussen. Op die manier kan een gevoel van normaliteit en openheid rondom seksueel integer gedrag onder collega’s groeien.
De schoolleiding dienst in het creëren van zo’n cultuur het voortouw te nemen. Daarnaast heeft de vertrouwenspersoon een sleutelpositie in het ondersteunen van leerlingen bij klachten.
Op onze themapagina’s over vertrouwenswerk lees je meer over wat de vertrouwenspersoon binnen school kan betekenen. Je vindt de pagina’s hier:
– Vertrouwenswerk po – Vertrouwenswerk vo – Vertrouwenswerk mbo
Om je op weg te helpen kun je bijvoorbeeld gebruik maken van de ‘KijkrouteWerkvorm ‘De Kijkroute’ (vo)‘ (vo). Deze werkvorm leidt je op speelse wijze door een gesprek met collega’s over pedagogisch handelen, aan de hand van video’s met herkenbare situaties rondom seksualiteit en gender.
Daarnaast kun je met het spel ‘Gedragen gedragSpel ‘Gedragen gedrag’ voor po‘ in gesprek gaan over stellingen met gedrag van leraren (of leerlingen) om te bepalen wat jullie als team wel of niet acceptabel vinden en onder welke voorwaarden. Zo kun je komen tot afspraken of een gedragen visie, ook specifiek rondom het thema seksualiteit. Er zijn aparte edities van het spel voor po en voor vo/mboSpel ‘Gedragen Gedrag’ voor vo en mbo.
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.