Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Sociale veiligheid
De Wet Vrij en Veilig Onderwijs is een nieuw wetsvoorstel. Dit wetsvoorstel heeft als doel de sociale veiligheid in het Nederlandse onderwijs nog verder te versterken. Deze wet treedt naar verwachting op 1 augustus 2026 in werking, maar als school kun je je nu al voorbereiden. Op deze pagina vertellen we je wat de wet inhoudt, waarom deze wet belangrijk is en hoe de producten en diensten van Stichting School & Veiligheid je kunnen ondersteunen.
De Wet Vrij en Veilig Onderwijs bevat maatregelen die het veiligheidsbeleid moeten versterken. De vernieuwingen van de wet zijn gericht op goed zicht op de veiligheid, ondersteuning en begeleiding en evaluatie van het veiligheidsbeleid.
Een sociaal veilige school is een sterke school. Het hebben van een veilige leeromgeving leidt tot betere leerprestaties en meer werkplezier. Volgens het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is de schoolcultuur de kern van een veilige leeromgeving. Die cultuur ontstaat doordat personeel, bestuur, ouders en leerlingen er samen elke dag actief aan werken. De vernieuwingen van de Wet Vrij en Veilig Onderwijs helpen bij het bereiken van een sociaal veilige leeromgeving.
Hieronder vind je 8 belangrijke maatregelen van de Wet Vrij en Veilig Onderwijs en praktische tools van Stichting School & Veiligheid die je kunnen ondersteunen. De maatregelen zijn onderverdeeld in 3 thema’s; goed zicht, ondersteuning & begeleiding en evaluatie.
Scholen registreren voortaan elk veiligheidsincident. Als een incident ernstige schade veroorzaakt, melden ze dit direct bij de inspectie. Denk hierbij aan ernstige sociale, psychische of fysieke schade voor een leerling, ouder of personeelslid. Het doel hiervan is dat scholen en de inspectie beter zicht hebben op de veiligheidssituatie. Op deze manier kunnen scholen de incidenten ook beter meenemen in de evaluatie van hun veiligheidsbeleid.
Met ingang van de Wet Vrij en Veilig Onderwijs:
Stichting School & Veiligheid ondersteunt scholen met:
De huidige meld-, overleg- en aangifteplicht (MOA) bij vermoedens van seksuele misdrijven wordt uitgebreid. Voortaan geldt de meld- en overlegplicht ook bij mogelijke seksuele intimidatie door iemand met een taak of functie richting een leerling of student.
Daarnaast komt er een meld- en overlegplicht bij seksueel misbruik en seksuele intimidatie van meerderjarige leerlingen en studenten. Dit is vooral van belang voor het mbo en hoger onderwijs, waar die verplichting tot nu toe alleen geldt bij minderjarige studenten die slachtoffer zijn van seksueel misbruik door iemand met een taak binnen de school.
Samen met de nieuwe Wet Vrij en Veilig Onderwijs wordt ook de leerlingmonitor voor veiligheid op school uitgebreid. Dat staat niet in de wet zelf, maar wordt geregeld in een aanvullende maatregel van de overheid.
* = Deze middelen kunnen nog aangepast worden zodra er meer bekend is over de nieuwe maatregelen in de Wet Vrij en Veilig Onderwijs.
Veel scholen hebben al een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersoon speelt een cruciale rol in het creëren van een veilig schoolklimaat. Voor de onafhankelijkheid moet er, naast een interne vertrouwenspersoon, ook een externe vertrouwenspersoon worden aangesteld.
De Wet Vrij en Veilig Onderwijs verplicht scholen om een klachtenregeling te hebben met informatie over hoe er op school met klachten wordt omgegaan.
De Wet Vrij en Veilig Onderwijs verplicht scholen om zich aan te sluiten bij een landelijke klachtencommissie.
Scholen maken van veiligheid een vaste taak binnen hun organisatie. Ze stellen een duidelijk veiligheidsbeleid op waarin staat hoe ze zorgen voor een veilige omgeving voor leerlingen en personeel. Elk jaar evalueren ze dit beleid. Zo wordt op tijd bijgestuurd als er iets niet goed werkt of als er nieuwe risico’s zijn.
Is het schoolbestuur verplicht om het veiligheidsbeleid jaarlijks te evalueren aan de hand van verschillende bronnen, waaronder in ieder geval:
Deze evaluatie moet gedeeld worden met de medezeggenschapsraad.
Het is belangrijk dat er iemand verantwoordelijk is voor het veiligheidsbeleid. Scholen moeten een personeelslid aanstellen als coördinator van het veiligheidsbeleid. Deze neemt ook de taken van de eerder verplichte coördinator van het pestbeleid op zich. Daarmee wordt de rol van de coördinator voor het anti-pestbeleid uitgebreid naar het bredere veiligheidsbeleid. Het anti-pestbeleid blijft daarin een belangrijk en vast onderdeel.
Heb je een vraag of wil je persoonlijk advies over sociale veiligheid op school?
Neem dan contact op met ons Adviespunt.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang actuele informatie over sociale veiligheid op school.
Meld je aan