Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Voor een veilig gesprek over feiten, meningen en meningsverschillen
Elk kind heeft het recht om de eigen mening te uiten. Het is goed om dit in de klas te oefenen. Dit vraagt om een veilige setting met ruimte voor verschil, maar ook met heldere ‘spelregels’: kaders voor een fijn gesprek. Met de kletskaartjes Welles Nietes start je simpel een gesprek over de vrijheid van meningsuiting, meningsverschillen en het verschil tussen feiten en meningen. (Gemaakt voor het po; ook te gebruiken in vo.)
Vrijheid van meningsuiting is een groot goed. In een democratie gelden afspraken waardoor dit vreedzaam kan gebeuren: niet uitsluiten, oproepen tot geweld, haat zaaien of discrimineren. Toch maken mensen soms misbruik van hun vrijheid van meningsuiting, bijvoorbeeld in discriminerende en haatvolle reacties op de sociale media.
Een feit is iets dat wáár is, dat meetbaar en controleerbaar is. Waarom kennen mensen dan soms tegenstrijdige feiten over dezelfde gebeurtenis?
Dit kan gebeuren als mensen in een ‘bubbel’ leven, vooral op de sociale media. De algoritmes van sociale-media-bedrijven werken zo, dat je heel snel in een bubbel – ook wel ‘echokamer’ genoemd – komt, waarin alleen nog dezelfde meningen worden herhaald. Als er nepnieuws in een bubbel doordringt, blijft de echokamer deze onware ‘feiten’ herhalen totdat iedereen in de bubbel ze gelooft. Tegelijkertijd denken mensen uit een andere bubbel dat alleen hún bubbel-feiten echt zijn.
Hoe kunnen we op school naar elkaars diverse meningen leren luisteren en daar respectvol mee omgaan? En hoe leer je het onderscheid tussen feiten, nep-feiten en meningen? Een mooi thema om met kinderen over te kletsen en te filosoferen.
Print de kaartjes en knip ze uit. Stop ze in een pot of envelop. Haal de kaartjes op een vast moment van de week tevoorschijn, of wanneer er bijvoorbeeld een maatschappelijk thema speelt in de klas met een polariserende werking. Indien gewenst kun je als leraar een voorselectie maken in de vragen, passend bij het moment en de leeftijd van de groep.
Bij het beantwoorden van de vragen laten kinderen iets persoonlijks van zichzelf zien. Het is dan ook belangrijk om in een veilige omgeving deze vragen te stellen en te laten beantwoorden. Maak met de groep afspraken over hoe je op een fijne manier met elkaar praat.
Laat een kind een kaartje grabbelen en nodig het kind uit om de vraag te beantwoorden. Je kunt ook een kind het kaartje laten voorlezen en drie leerlingen die hun vinger opsteken een reactie te laten geven. Spreek een teken af voor als iemand de vraag niet wil beantwoorden.
Vergeet niet achteraf te bespreken hoe het gesprek is ervaren, dit is een mooie kans voor reflectie en verbinding. Waar zijn we goed in? En hoe kunnen we het de volgende keer nog beter doen met elkaar?
Warming up: Om te oefenen wat een feit is en wat een mening is, kun je twee of meer zinnen uitspreken, waarvan de leerlingen moeten aangeven of het om een feit of een mening gaat. Bijvoorbeeld: A. Spaghetti is lekker. (= mening) B. Smaken verschillen. (= feit)
Bewustmaken: Wijs de leerlingen erop dat ze over deze vragen soms ook van mening kunnen verschillen, en soms ook niet, wanneer het om een feit gaat.
Taalles: Deze opdracht is zeer geschikt om in te zetten als taalles.
Bijpassende muziekles: ‘Welles Nietes’ uit liedbundel Eigenwijs Voorbeeld: LIED: welles nietes (groep 1 t/m 4) – YouTube
Download de kaartjes
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Andere kennisbank artikelen over dit onderwerp.
Met de Kletskaartjes over Pesten kun je gedurende het hele jaar het onderwerp ‘pesten’ met de leerlingen bespreken. Bijvoorbeeld in de Gouden of Zilveren weken als je extra aandacht besteedt aan de dynamiek en sfeer in de groep.
Wat vraagt polarisering van meningen van het pedagogisch vakmanschap. Elsemiek Schepers schreef er een blog over.
Het fotokaartenspel ‘Bestemming Burgerschap’ confronteert kinderen en volwassenen spelenderwijs met allerlei verschillende situaties. Door met elkaar te spreken over deze situaties leert men samen te kijken naar hoe burgerschap in de klas, in het team en/of op school herkend en zichtbaar gemaakt kan worden. Men leert elkaar (op een andere manier) kennen.
Jonge mensen komen in aanraking met de wereld in al haar facetten. In kleine kring worden ze beïnvloed door familie, vrienden, docenten en klasgenoten. In ruimere kring hebben ze te maken met politieke standpunten, maatschappelijke organisaties en verhalen via sociale media. Informatie waarvan ze moeten bepalen: ben ik het ermee eens of niet?
Deze publicatie bespreekt de soms moeilijk te herkennen scheidslijn tussen wat nog functioneel pubergedrag is en wat risicovol gedrag is, wat mogelijk kan leiden tot radicalisering of polarisatie.
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:
Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.