Adviespunt

Het aanpakken en voorkomen van discriminatie is van cruciaal belang voor een veilige en goede ontwikkeling van studenten. Het ervaren van discriminatie, ongelijke behandeling of onrechtvaardigheid heeft zowel gevolgen voor de ontwikkeling van een student, als voor het veilige en inclusieve klimaat binnen de klas en de opleiding. Werken aan een prettig klimaat en een goede ontwikkeling van je studenten betekent actief voorkomen van discriminatie. Wat kun je als onderwijsprofessional inzetten?

Drie werkzame mechanismen

Uit het onderzoek Wat werkt bij het verminderen van discriminatie van Kennisplatform Integratie & Samenleving komen drie werkzame mechanismen naar voren:

  1. Empathie bevorderen
    Door zich in te leven in het perspectief van de ander, van de gediscrimineerde, wordt er empathie ontwikkeld, dat vooroordelen en discriminatie vermindert.
  2. Sociale norm veranderen
    Mensen horen graag bij ‘de groep’ en nemen daartoe de sociale norm over die daarbinnen heerst. Wanneer discriminatie binnen de groep wordt afgekeurd, dan is de kans groot dat we dat zelf ook doen.
  3. Bewustwording stimuleren
    Door geconfronteerd te worden met onze eigen automatische associaties, kunnen we ons bewust worden van eigen vooroordelen. Daardoor kunnen we ze bijstellen, waardoor we minder discrimineren. Helaas blijkt uit onderzoek dat dit mechanisme minder effectief is bij pubers. Het puberbrein is nog niet in staat tot de vereiste zelfcontrole.

Do’s – wat kun je doen?

Spreek je als docent positief uit vóór de gelijkheid van mensen ongeacht hun afkomst, huidskleur, religie, seksuele voorkeur etc.

  • Je kunt ontmoetingen organiseren en studenten in contact laten komen met anderen. Dit kun je doen, als de veiligheid het toestaat, door de diversiteit in de klas in te zetten. Laat studenten met elkaar in gesprek gaan en zet het ervaringsverhaal centraal. “Ik voelde me gediscrimineerd toen…”, “Ik zag dat iemand anders gediscrimineerd werd toen…”, “Ik voelde me toen …”. Door het accent te leggen op luisteren en niet op stellingname, kan er worden ingeleefd in andermans perspectief.
  • Mocht het andere perspectief, de diversiteit, missen in de klas of school, kan er ook gedacht worden aan de inzet van gastsprekers, van peer educators, film of documentaire of de inzet van theaterstukken. Zorg ervoor dat de sprekers die hun verhaal vertellen wat betreft religie, cultuur en leeftijd goed aansluiten bij de studenten aan wie zij hun verhaal vertellen. Hetzelfde geldt voor het inzetten van films, tv-series en theaterstukken die ook moeten aansluiten en aanspreken bij de cultuur en leeftijd van de studenten.
  • Werk samen met een andere school in de wijk of stad die een andere populatie heeft.
  • Als je onderdeel bent van de groep, kun je je expliciet uitspreken of inzetten tegen discriminatie. Hierdoor beïnvloed je de sociale norm. Ook kun je rolmodellen in positie brengen en hen versterken door hun uitspraken of acties uit te vergroten en podium te geven. Denk bijvoorbeeld aan het inzetten van een Gender and Sexuality Alliance (GSA). Door andere studenten op school als voorbeeld te laten zien, waaruit blijkt dat discriminatie wordt afgekeurd en diversiteit wordt goedgekeurd, stel je een positieve norm. Hierdoor kunnen studenten zich respectvoller gaan gedragen.
  • Ook kun je inzetten op meervoudige sociale identiteit. Als jongeren zich verbonden voelen met verschillende groepen, komen ze in aanraking met verschillende normen en zijn ze beter in staat om van perspectief te wisselen. Je kunt studenten stimuleren zich in te zetten voor een theatergroep, sportclub, in zetten voor de studentenraad of andere uitwisselingsprojecten faciliteren.
  • Door samenwerking te stimuleren en in te zetten op wederzijdse verbondenheid en belangen kun je werken aan de groepsidentiteit van de klas, of van de opleiding. ‘Wij van XXX zetten ons gezamenlijk in om …’ Binnen deze nieuwe groep kun je de sociale norm bewust beïnvloeden.
  • Doe een test op www.onderhuids.nl of de implicit association test om zelf te onderzoeken wat uw automatische associaties zijn. Zo kun je als docent bewust minder bijdragen aan discriminatie.
  • Grijp in bij uitingen van discriminatie en/of racisme in de klas en geef duidelijk aan het niet te tolereren. studenten die elkaar homo of koelie noemen, of medestudenten wegzetten als een etniciteit die ze niet zijn, wordt soms niet door de studenten zelf als vervelend ervaren. Toch vraagt het wel correctie door docenten en andere volwassenen binnen de opleiding. Dit kan ertoe bijdragen dat studenten met een migratieachtergrond ook het gevoel krijgen dat docenten voor hen opkomen en er voor hen zijn, ongeacht hun afkomst.
  • Het thema koppelen aan bredere thema’s als rechtvaardigheid, diversiteit en mensenrechten.
  • Informatie geven over wetten en mensenrechten waarin discriminatie expliciet verboden wordt. Deze wetten gebruiken om een sociale norm uit te dragen: deze wetten zijn er omdat veel mensen discriminatie afkeuren.
  • Verschillende vormen van discriminatie (bijvoorbeeld islamfobie, homofobie, etc.) aan elkaar verbinden en overeenkomsten laten tussen de verschillende vormen van discriminatie laten zien.

Don’ts – wat kun je beter niet doen?

  • Een open gesprek, discussie of debat houden over de ‘ruggen van minderheden’. Dus stel geen vragen zoals “Wat vinden jullie van moslims?”, “Wat is jullie mening over vluchtelingen in dit land?” of “Hoe denken jullie over homoseksualiteit?”. Hiermee worden vooral oordelen uitgelokt over een groep mensen die er niet altijd bij is om zich te verdedigen. Daarbij, wanneer de meningen negatief en discriminerend zijn, kunnen andere studenten denken dat het normaal is om je discriminerend uit te laten over moslims / homo’s / vluchtelingen, enzovoort.
  • Een ervaringsverhaal van een spreker laten vertellen die niet aansluit bij de deelnemers wat betreft religie, cultuur en leeftijd. Wanneer inleven moeilijk is, gaat het gewenste effect van empathie verloren.
  • Een film of andere media inzetten die wat betreft taal en cultuur niet aansluiten bij de doelgroep.
  • Stereotypen herhalen: mensen laten opnoemen wat zij bijvoorbeeld typisch vinden aan een bepaalde groep / minderheid. Dit lokt uit dat er veel stereotypen worden genoemd. Alle stereotypen worden door het benoemen sterker. Je geeft ze podium, ook als ze daarna worden ontkracht.

Meer informatie

Kennisplatform Inclusief Samenleven (2018): Wat werkt bij het verminderen van discriminatie.

Kennisplatform Inclusief Samenleven (2018): Zo pak je discriminatie aan in de klas.

Kennisplatform Inclusief Samenleven (2019): Vooroordelen en discriminatie verminderen: zo doe je dat (YouTube).


Dit informatieblad is ontwikkeld in samenwerking met Kennisplatform Inclusief Samenleven

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.