Adviespunt

Gepko Wolters is leraar godsdienst op het ONC Parkdreef in Zoetermeer. Hij merkt regelmatig spanningen en discussie in de klas. Als er oorlog is in een gebied kan er wel een discussie met een scherp randje voorkomen. Ook tijdens Paarse Vrijdag komt er wel eens een opmerking die hij niet zomaar kan laten hangen in de klas. Wat doet hij om het gesprek in goede banen te leiden?

Begrip voor emoties

“Het allerbelangrijkste is je leerlingen te laten merken dat je weet dat een gebeurtenis emoties oproept, dat iets angstig of spannend is. Je kunt zeggen dat er schokkende beelden waren en zeggen dat je snapt dat het heftig voor leerlingen kan zijn. Dat je het begrijpt. Dat is soms al voldoende.”

Als leraar godsdienst heeft Wolters ruimte om in de klas aandacht te besteden aan een heftige gebeurtenis. “Sommige vakken lenen zich beter voor een gesprek dan andere vakken. Ik heb wel wat meer ruimte om een dialoog te voeren dan de leraar wiskunde.  Maar soms is het ook heel goed dat een andere leraar er tien minuten aan besteedt en dan overgaat tot de orde van de dag. Belangrijkste is dat leerlingen weten dat de leraar voor de klas ziet en weet dat leerlingen hiermee bezig zijn. Dat is denk ik soms al voldoende. Dat de leerling weet; ‘ook al zit je bij wiskunde, de leraar is geen uitlegmachine en is betrokken bij het welzijn van de leerling’.”

Belangrijkste is dat leerlingen voelen dat de leraar weet dat er iets speelt. Dat is denk ik soms al voldoende.

Geen partij kiezen

Het ONC Parkdreef is een christelijke school met een grote variatie aan leerlingen, christelijk, moslim, joods en seculier. De spanningen in de school zijn niet heel groot, maar Wolters merkt het wel in de klas. “Per klas verschilt de situatie, maar er is wel spanning en gebeurtenissen geven soms frictie. Als je merkt dat dit bij leerlingen leeft, moet je er toch over praten. Toen er tijdens de oorlog tussen Israël en Hamas veel slachtoffers waren in Gaza, merkte je bij de leerlingen met een moslimachtergrond dat het meer ging leven, ik voelde een versterkte betrokkenheid. De opmerkingen waren wat ongenuanceerder en er was weinig begrip voor de kant van Israël.
Op school hielden leerlingen een inzamelingsactie voor Gaza. De school heeft daar afstand van genomen. We willen geen partij zijn of een bepaalde kant kiezen. Er was wel een discussie in de docentenkamer over de vlag. En we hebben de vlag met de vredesduif gehesen en geen Palestijnse of Israëlische vlag. Daar hebben we ook geen negatieve reacties op gehad. Je wilt er boven staan en aangeven dat je het leed ziet dat beide partijen wordt aangedaan. Je wilt naar de toekomst kijken en een oplossing in vrede.”

Niet de mening is belangrijk, maar het gevoel erbij

“De verleiding is op meningen-niveau de discussie aan te gaan. Ik vraag altijd naar gevoel. Wat doet het met je? Ben je boos? Ben je verdrietig? Waarom word je daar boos over? Wat maakt je zo verdrietig? Dat maakt de mening van de leerling vaak genuanceerder. Als je naar een mening vraagt, krijg je het verhaal van thuis, sociale media, of vrienden. Die mening is vaak al vrij gepolariseerd. En dan is er geen gesprek meer. Vaak hebben leerlingen wel een mening, maar weten niet goed te benoemen wat het met hen doet en wat voor gevoel ze daar bij hebben. Ik merk bij leerlingen wel een sterke afrekencultuur. Als ik iets teveel vertel over een bepaalde maatschappelijke situatie dan wordt mij dat persoonlijk aangerekend. En leerlingen willen natuurlijk altijd voorkomen dat hen dat gebeurt.

Ik laat ze met elkaar in kleine groepjes praten. En dan met z’n vieren vertellen wat je er bij voelt. Ik merk dat leerlingen dan ook meer vertellen, dan dat ik ze vraag dat voor de hele klas te vertellen. Dat heb ik zelf ook. Daarna gaan we klassikaal bespreken wat er lastig was of juist fijn, zonder het persoonlijk te maken. Dat maakt het wat veiliger om ook scherpe meningen te bespreken in de klas. Dan koppel ik het los van de persoon.

Een andere laag is het observeren van de klas. Waarom heeft iemand het hoogste woord? Wat zit hieronder? Dan kun je dat misschien even aan de rand van de les bespreken. Eén op één. Dan kom je veel meer te weten dan een leerling hier in de klas op aan te spreken. Veiligheid in de klas is wat mij betreft echt ‘je leerling kennen’.”

Gepko Wolters

“Waarom draagt u een paarse trui?”

“Eigenlijk was Paarse Vrijdag lastiger dan de oorlog in Israël en Gaza.  We doen al een aantal jaren mee en ik merk dat de sfeer grimmiger wordt en niet alleen vanuit leerlingen met een moslim achtergrond.  Ook vanuit seculiere leerlingen kwamen vijandige opmerkingen. En vaak niet in de openheid. Leerlingen verscheurden posters buiten de school. We hadden een paarse loper en daar werden mensen op- en afgeduwd. De GSA community werd uitgesist. Dat zijn nare situaties. En in de klas werd mij gevraagd: “hee, meester, waarom draagt u een paarse trui?” Dan denk ik, zo, je komt er wel heel direct in. Maar ook dan lukt het me wel om het gesprek te voeren. Want dan vraag ik weer naar hun gevoel. Wat voor gevoel krijg je dan als je die paarse ballonen ziet? Waar komt je mening dan vandaan? En daarna snap ik beter waar de mening vandaan komt en wat de angst is.

Ik zie dat leerlingen in een minderheidspositie zich gedeisd houden. Die zijn heel terughoudend om hun standpunt uit te spreken. Dan is het mijn plicht om dat standpunt te verwoorden, zonder dat ik het link aan een leerling.”

Meningen van sociale media

“Ik merk elke keer dat er best weinig parate kennis is bij leerlingen. En als zij die kennis al hebben, dan is ie vaak ingekleurd door TikTok en dergelijke. En soms worden historische feiten gewoon verdraaid. En die worden wel als waar aangenomen. Als er spanning is, kijk ik vaak even op de sociale media dat is voor mij een hele belangrijke bron van informatie. De meningen die ik in de klas hoor, komen zo van de sociale media. Die reacties zie je een-op-een terug in de klas. Die zijn best ongenuanceerd.

De meningen die ik in de klas hoor, komen zo van de sociale media. Die reacties zie je een-op-een terug in de klas. Die zijn best ongenuanceerd.

Ik gebruik het vooral passief.  Ik wil niet laten zien dat ‘deze boomer’ Tik Tok heeft, maar ik kan wel zeggen dat ik een bepaald standpunt op sociale media heb gezien. En dan kunnen we het hebben over informatiebronnen; waar komt jouw informatie vandaan? Ik kan ze vertellen over algoritmes en hoe snel je in een bepaalde bubbel komt. Je zoekt iets op en je merkt dat je dan in een soort bubbel komt, en dat je steeds een soortgelijke boodschap krijgt voorgeschoteld. Dat leg ik uit aan de leerlingen. En dat dat vernauwend werkt. Maar leerlingen hebben daar niet direct een boodschap aan: ‘als ik in een bubbel zit, so what’. Ik maak me daar wel zorgen over, dat leerlingen dat als een gegeven accepteren.”

Vraag hulp aan je collega

“Collega’s vinden het soms toch wel spannend om het gesprek aan te gaan in de klas. Ze weten niet goed hoe en kiezen er dan voor om het te laten. Wat ik op zich ook een verstandige keuze vind. Maar natuurlijk kun je de hulp van je collega’s inroepen. Dat is misschien inherent aan het docentschap, maar ik merk aan collega’s dat ze denken “ ik moet het zelf oplossen”. En ik denk dat je juist met elkaar jezelf ook sterker maakt. Wij zijn een informele school met een informele cultuur. En je kunt je best kwetsbaar opstellen bij ons, maar ik merk dat docenten toch vaak denken ‘dat is mijn probleem en dat moet ik zelf oplossen’.

Ik gun mijn collega’s, maar ook mezelf, dat we open kunnen zijn naar elkaar. Dat je toch in de eerste pauze tegen elkaar kunt zeggen; ‘zo, ik stond toch even met m’n mond vol tanden’. Ik denk dat het belangrijker is dat je dat kunt bespreken met collega’s, dat waardevoller is, dan een briefing van de directie. Ik denk dat we daar als lerarenteam elkaar kunnen versterken, ook afhankelijk van je kennis en ervaring.

Op elke school heb je leraren maatschappij en godsdienst die veel kennis hebben. Ik heb kennis hoe je dit aanpakt en de nuance kan aanbrengen. Ik kan mijn collega’s hierin ondersteunen. En ze kunnen leerlingen ook gewoon doorverwijzen naar mij. Je moet gebruik maken van de individuele kwaliteiten van het team. Daarmee presenteer je je ook als team en je laat zien dat je zelf ook niet alles weet. Daarmee voorkom je dat het genegeerd wordt en dat je dingen zegt waarvan je achteraf denkt, dat was niet handig.”

Geef vertrouwen aan je lerarenteam

Toen Hamas aanslagen pleegde, stuurde de directie een mail met handvatten met een lesbrief. Maar ik merkte wel dat ze ermee in hun maag zaten. Dat ze bang waren voor polarisatie. Ik heb een beeld bij onze populatie en dan kun je het wel een beetje inschatten. Ik denk dat het onnodig was. Ik kan me goed voorstellen dat een school met een grotere populatie moslims er anders mee omgaat. Dat hangt toch af van de samenstelling van je leerlingen.

Spreek je vertrouwen uit naar de docent. Het is lastig en moeilijk en soms voelt het als een moeras, maar we vertrouwen je. En precies datzelfde vertrouwen willen wij ook uitstralen naar onze leerlingen.

Er zijn verschillende belangen. De directie laat zich soms voeden door zorg. Je zou negatieve reacties kunnen krijgen van ouders of pers. En ik denk; ‘ga nou meteen achter je leraar staan, die staan in de klas, met hun voeten in de klei.’ Geef ons bij voorbaat het vertrouwen. En als er iets mis gaat, dan hebben we daar achteraf een gesprek over. Maar jij als leraar kan de school vertegenwoordigen in de klas.  En dan weet je, wat ik hier ook zeg, mijn directie staat achter mij. Als er een leerling de klas uitrent en een boze vader op de stoep staat, dan weet ik nog steeds dat mijn directie achter mij staat. Reageer vanuit vertrouwen en niet vanuit angst. Spreek je vertrouwen uit naar de docent. Het is lastig en moeilijk en soms voelt het als een moeras, maar we vertrouwen je. En precies datzelfde vertrouwen willen wij ook uitstralen naar onze leerlingen.

Meer Weten?

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.