Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Pesten
Kennisbank
Verwante thema’s
Leerlingen hebben een veilige schoolomgeving nodig om zich optimaal te kunnen ontwikkelen. Pesten is een veel voorkomend probleem op scholen en heeft een directe invloed op de sociale veiligheid in de klas.
Naast de ernstige gevolgen die pesten kan hebben voor gepeste leerlingen, heeft het invloed op alle leerlingen in de klas. Uit onderzoek blijkt dat ook andere leerlingen dan het slachtoffer de sfeer in de klas negatiever ervaren. Pesten tast het hele leer- en ontwikkelklimaat in een klas aan. Uit de veiligheidsmonitor 2021-2022Het rapport gaat over de veiligheidsbeleving in het funderend onderwijs (Rijksoverheid) blijkt dat 17% van de po-leerlingen gepest wordt (dat is stijging van 3% ten opzichte van 2021). Pestgedrag vraagt dan ook om blijvende aandacht, of het nu gaat om online of offline pesten.
Pesten is een vorm van agressief gedrag waarbij één persoon of een groep een ander pijn probeert te doen. Vaak gebeurt dit voor een langere periode (stelselmatig) en het is meestal gericht op één persoon. Ook is er vaak sprake van machtsongelijkheid. Dat betekent dat de pester bijvoorbeeld fysiek sterker is of een betere sociale positie heeft in de groep. Er bestaan verschillende vormen van pesten. Fysiek pesten is de meest zichtbare vorm van pesten. Maar pesten kan ook verbaal zijn (uitschelden, roddelen), relationeel (buitensluiten), materieel (spullen kapot maken, verstoppen) of online.
Als pesten niet tijdig wordt aangepakt heeft dit grote gevolgen. Verschillende onderzoeken tonen aan dat slachtoffers van pesten – zelfs nog jaren later – kampen met psychische problemen, somberheid, angsten, eenzaamheid, onzekerheidsgevoelens en moeite hebben met het aangaan van sociale contacten en relaties. Pesten staat een gezonde ontwikkeling en goede leerprestaties in de weg. Naast negatieve gevolgen voor de slachtoffers tast pesten het gevoel van veiligheid aan bij alle leerlingen. Het zorgt voor een negatieve sfeer in de klas, leerlingen gaan minder graag naar school en kunnen zich minder goed concentreren. Daarnaast beïnvloedt het natuurlijk ook het plezier en de manier waarop je als leraar voor een groep staat.
Pesten is een groepsprobleem. Kinderen die pesten, doen dat meestal om hun eigen sociale positie in de groep te verbeteren, oftewel hun status te verhogen. Pesten gebeurt daarom ook juist als er publiek bij is, want dat geeft betekenis aan het pesten. Door te lachen of een pester op een andere manier aan te moedigen bevestigen zij de pester.
Naast de pester en de gepeste zijn er ook anderen betrokken, die een bepaalde rol innemen en daarmee invloed hebben op het pestgedrag.
Deze rollen staan niet het hele schooljaar vast, maar kunnen per situatie of gedurende het schooljaar kunnen veranderen.
Veel pestgedrag tussen leerlingen speelt zich online af op bijvoorbeeld sociale media. Bij online pesten – oftewel cyberpesten – gaat het om onder meer buitensluiten op sociale media, nare berichten sturen, nare reacties, bedreigen, afpersen, nep-accounts maken, het verspreiden van ongewenst beeldmateriaal en shame-sexting.
Als het gaat over online pesten, zien we met name de cijfers van jongeren. Toch weten we dat online pesten ook al speelt in de bovenbouw van het basisonderwijs. In groep 7 en groep 8 is vrijwel 100% van de leerlingen actief op sociale media. Online pesten staat vaak niet op zichzelf. In de meeste gevallen is het een verlengstuk van ander pestgedrag. Ondanks dat online pesten vaak buiten schooltijd gebeurt heeft het directe invloed op de veiligheid in de klas.
“Wat er op het ‘online schoolplein’ gebeurt, nemen leerlingen de volgende dag net zo goed ‘offline’ mee de klas in. Een nare opmerking op Instagram of een gemene roddel in een groepschat kan de sfeer in de klas flink beïnvloeden. En mogelijk heb je er als leraar een emotioneel beschadigde leerling bij.” Loïs Gampierakis – Adviseur bij Stichting School & Veiligheid
“Wat er op het ‘online schoolplein’ gebeurt, nemen leerlingen de volgende dag net zo goed ‘offline’ mee de klas in. Een nare opmerking op Instagram of een gemene roddel in een groepschat kan de sfeer in de klas flink beïnvloeden. En mogelijk heb je er als leraar een emotioneel beschadigde leerling bij.”
Loïs Gampierakis – Adviseur bij Stichting School & Veiligheid
Als leraar heb je een belangrijke taak in het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten. Maar hoe doe je dat?
Hoewel pesten nooit helemaal uit te sluiten is, kun je als leraar het risico op pestgedrag in de klas wel degelijk verkleinen. De afgelopen jaren is er veel onderzoek gedaan naar pesten, waardoor we steeds beter weten wat wel en niet werkt. Wij verzamelden dit in een publicatie ‘Het hele jaar goed voor elkaar!Download de publicatie en bekijk het webinar’, in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut.
Ga aan de slag met de 5 praktische tips om pesten te voorkomen in de klas:
Leerlingen die elkaar goed kennen zijn minder snel geneigd elkaar te pesten en helpen elkaar vaker. Elkaar leren kennen bevordert namelijk begrip, empathie en onderlinge verbondenheid. Investeer daarom in kennismakings- en groepsvormingsactiviteiten en laat leerlingen veel met elkaar samenwerken.
Een goede relatie met je leerlingen helpt bij het tegengaan van pesten. Het zorgt voor een positieve sfeer in de klas en bevordert positief gedrag, zoals aardig zijn voor elkaar en elkaar helpen. Bij een sterke band blijken leerlingen ook meer gemotiveerd om in te grijpen bij pesten. Een warme band opbouwen kost tijd en gaat niet altijd vanzelf. Dit vraagt oprechte aandacht, interesse en een positieve benadering. Ook is het voor leerlingen belangrijk om te weten dat ze op jouw steun kunnen rekenen en helpt het om één op één tijd met leerlingen door te brengen.
Maak begin van het schooljaar afspraken met de klas over omgangsvormen en gedrag. Door dit samen met je leerlingen te doen zorg je voor gezamenlijke verantwoordelijk en zullen leerlingen zich sneller conformeren. Maak ook afspraken over sociale mediaMeer lezen over social media: wat offline niet oké is, is dat online ook niet. Evalueer regelmatig de afspraken en pas waar nodig aan. Vraag hierbij ook naar online ervaringen. Geef als leraar het goede voorbeeld en stel een duidelijk anti-pestnorm: pesten accepteren we hier niet.
Het volgen van de groepsdynamiek is belangrijk om vroegtijdig bij te kunnen sturen als dit nodig is. Het is raadzaam om minimaal twee keer per jaar gebruik te maken van een monitoringsinstrument. Door vroeg in het jaar, bijvoorbeeld in november, al de eerste monitor af te nemen krijg je meteen inzicht in de dynamiek en onderlinge verhoudingen.
Leerlingen weten vaak als geen ander wat er allemaal speelt in de klas. Stel vragen over hoe het gaat in de klas en hoe ze zich voelen. Moedig leerlingen aan om het bij je te melden als er iets speelt (op school of online). Je kunt samen met leerlingen manieren bedenken om het makkelijker te maken om iets te melden, zoals bijvoorbeeld een brievenbus in de klas.
Een goede relatie met ouders helpt bij het tegengaan van pesten. Door je samen uit te spreken tegen pestgedrag geef je met elkaar een duidelijke boodschap en stel je een norm. Daarnaast zijn ouders een belangrijke informatiebron. Door in een vroegtijdig stadium signalen met elkaar uit te wisselen kan je op tijd ingrijpen en de negatieve gevolgen van pesten zo veel mogelijk voorkomen.
Net als bij leerlingen is de basis voor een vertrouwensrelatie elkaar leren kennen. Investeer daarom in de kennismaking door bijvoorbeeld een startgesprek te voeren begin van het schooljaar. Bespreek daarin ook de wederzijdse verwachten, dit helpt misverstanden voorkomen. Verder is het helpend als je ouders ziet als gelijkwaardige partners, zorgt voor regelmatige kleine contactmomenten en ouders goed op de hoogte houdt hoe jullie als klas werken aan een veilige en prettige sfeer.
Om pestgedrag te herkennen moet je als school en leraar eerst erkennen dat pesten overal voorkomt, dus ook op jouw school en in jouw klas. Een pestvrije school bestaat niet. Van pesten word je ook niet hard of sterk; pesten heeft altijd negatieve gevolgen. Het is normaal als je soms niet weet wat je moet doen. Pesten is een ingewikkeld proces. Zoek steun bij collega’s en werk samen aan oplossingen.
Pesten is niet altijd zichtbaar voor de leraar; het kan gebeuren tijdens pauzes, op weg naar school of online. Ook subtiele vormen zoals roddelen of buitensluiten komen vaak voor. Leerlingen maken lang niet altijd melding van pesten. En als zij dit wel doen, doen zij dit eerder bij hun ouders dan bij de leraar.
Ook spelen de opvattingen die je als leraar hebt over pesten een belangrijke rol. Wat de ene leraar als plagen beschouwt, kan door een ander als pesten worden gezien. Daarom is het belangrijk om voldoende kennis over pesten te hebben en alert te blijven op signalen, zoals een verandering in de sfeer in de klas of gedrag van individuele leerlingen. Vraag door als je iets opvallends hoort of ziet.
Als je vermoedt dat er een pestprobleem is, is het belangrijk om meteen iets te doen en goed na te denken over de aanpak.
“Ook achter pestgedrag schuilt een behoefte waar niks mis mee is.” Jan Ruigrok – Expert Herstelrecht
“Ook achter pestgedrag schuilt een behoefte waar niks mis mee is.”
Jan Ruigrok – Expert Herstelrecht
Veel van bovenstaande tips komen ook terug in verschillende anti-pestprogramma’s. Anti-pestprogramma’s zijn alleen effectief als je alle lessen en onderdelen volgt volgens de aanwijzingen in de handleiding. Wil je weten welke anti-pestprogramma’s bewezen effectief zijn? Het Nederlands Jeugdinstituut geeft hier meer informatie over.
Kennisbank artikelen over dit onderwerp:
Het begin van het schooljaar is hét moment om te werken aan een gezellige en veilige groep. De Week Tegen Pesten helpt scholen daarbij. Ieder jaar in september organiseert Stichting School & Veiligheid de Week Tegen Pesten.
Duidelijk én consequent optreden bij ongewenst gedrag zorgt ervoor dat ongewenst gedrag op school minder kans krijgt. Je maakt als schoolleiding duidelijk welk gedrag je wel en niet accepteert op school. Deze sanctieladder is een hulpmiddel voor het ontwikkelen van gericht sanctiebeleid op schoolniveau.
Leerlingen die te maken krijgen met pesten moeten bij iemand terecht kunnen op school. Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat het pestprobleem wordt aan…
Een sociaal veilige school met aandacht voor het voorkomen, signaleren en aanpakken van pesten is een taak van het hele schoolteam. Wat kun je doen met elkaar?
Praat met elkaar over sociale veiligheid. Hoe ziet dat er voor jullie uit als school? Wat vinden jullie daarin belangrijk? Wat zijn de gedragsregels op school? Schep ruimte om met elkaar in gesprek te gaan over bijvoorbeeld verschillen in opvattingen, over acceptabel of onacceptabel gedrag. Praat met elkaar over het tegengaan en aanpakken van pesten.
Heeft iedereen voldoende kennis van pesten om het goed te kunnen signaleren? Bespreek met elkaar wat mogelijke signalen van pesten zijn, hoe je deze herkent en wat vervolgens de vervolgstappen zijn? Kijk voor meer informatie bij ‘pesten signaleren’ bij ‘In de klas’.
Ook voor leraren geldt dat zij hun werk pas goed kunnen doen als ze zich veilig voelen, zich kwetsbaar op kunnen stellen en zich gezien en gehoord voelen. Daarnaast zijn jullie het voorbeeld voor de leerlingen. Dus hoe is de sfeer in jullie eigen team? Wat streven jullie na? Durf je een collega aan te spreken als je iets vindt van zijn of haar gedrag? Kortom, zorg dat er ook ruimte is om hierover met elkaar te praten en afspraken te maken. Er zijn diverse hulpmiddelen om het gesprek hierover samen te voeren. Een voorbeeld hier is het spel Gedragen Gedrag.
Het voorkomen en tegengaan van pesten hoort bij de basisondersteuning die scholen bieden. Iedere school heeft de verantwoordelijkheid om voor alle leerlingen en medewerkers een veilige omgeving te bieden. Samenwerking tussen schoolleiding, het team, ouders en leerlingen is daarbij nodig. Maar ook een veiligheidsbeleid kan niet ontbreken.
Scholen zijn verplicht beleid te voeren op het aanpakken en voorkomen van pesten: dat staat in de wet Veiligheid op school. Deze wet heeft tot doel om pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Scholen moeten op basis van de wet:
1. Een actief veiligheidsbeleid voeren gericht op het tegengaan van pesten Elke school heeft expliciet de taak actief beleid te voeren gericht op een sociaal veilige school voor alle leerlingen.
Het Digitaal veiligheidsplan biedt ondersteuning bij het vormgeven, actualiseren en verbeteren van het veiligheidsbeleid op jouw school. Meer weten over het digitaal veiligheidsplan?
2. Er zorg voor dragen dat bij een persoon ten minste de volgende taken zijn belegd:
Voor ouders en leerlingen is het van belang dat zij bij iemand terecht kunnen op school wanneer zij te maken krijgen met pesten. De wet schrijft voor dat er op iedere school een persoon is die fungeert als vast aanspreekpunt. Ook moet iemand binnen de school het beleid tegen pesten coördineren. Het gaat hierbij nadrukkelijk om het beleggen van taken en niet het creëren van een nieuwe functie.
3. De veiligheidsbeleving van leerlingen monitoren met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft; Voor het voeren van een gericht veiligheidsbeleid is het nodig dat je inzicht hebt in de feitelijke en ervaren veiligheidsbeleving en het welbevinden van leerlingen. Om hier een actueel en representatief beeld van te krijgen, schrijft de wet voor dat scholen jaarlijks de veiligheidsbeleving monitoren. Je bent als school vrij in de keuze van het monitoring instrument. Het instrument moet wel valide zijn, betrouwbaar zijn en voldoen aan de wettelijke eisen.
Een onderdeel van het veiligheidsplan kan een anti-pestprotocol zijn. Vaak schrijven scholen hier alleen in wat zij doen om pestgedrag te signaleren en pestgedrag aan te pakken. Maar het is ook goed om hierin op te nemen wat je als school doet om pesten te voorkomen.
Meer weten?
Binnen het primair onderwijs blijken schoolbrede interventies het meest effectief om pesten aan te pakken. Interventies die intensiever zijn en breed gedragen worden in de school zijn effectiever dan kortdurende interventies. Het kost namelijk tijd een positieve groep te creëren en dit vraagt blijvende aandacht.
Onderzoek laat zien dat sommige anti-pestinterventies negatieve gevolgen hebben, of dat interventies alleen werken als ze goed worden geïmplementeerd en uitgevoerd. Er geldt dus niet; baat het niet, dan schaadt het niet.
In 2018 is een onderzoek afgerond (bron: Dossier Pesten: Interventies; Nederlands Jeugd Instituut) naar de effectiviteit van een aantal goed onderbouwde interventies binnen scholen in Nederland.
Een goede samenwerking tussen school en ouders is van belang voor de ontwikkeling van kinderen. Dit geldt ook bij het tegengaan van pesten. Pesten vindt vaak plaats binnen de schoolcontext. De regie in het tegengaan van pesten ligt dan ook bij de school, maar ouders zijn hierbij een onmisbare partner. Wanneer leraren, leerlingen en ouders goed met elkaar samenwerken kan er meer worden bereikt. Betrek ouders al aan de voorkant. Investeer vanaf het begin van het schooljaar in de samenwerking met ouders. Wanneer je ouders pas betrekt als er problemen spelen, zoals pesten, dan ben je te laat en kom je sneller tegenover elkaar te staan, in plaats van naast elkaar.
Tips:
Samenwerken met ouders rondom het thema pesten is onderdeel van de algemene samenwerking met ouders.
(Bron: Publicatie ‘Handvatten voor een goede samenwerking Betrek ouders bij het tegengaan van pesten’ auteurs: Coby van Niejenhuis, Gijs Huitsing en René Veenstra.)
Veel scholen hebben een anti-pestprotocol waarin staat hoe de school pesten voorkomt en pestgedrag signaleert en aanpakt. Lees hier wat het belang is van het hebben van een anti-pestprotocol en wat in een het protocol vermeld staat.
Gratis draaiboek en Presentatie voor middelbare scholen die een ouderavond willen organiseren over pesten.
Scholen zijn verplicht beleid te voeren op het aanpakken en voorkomen van pesten: dat staat in de wet Veiligheid op school.
De wet Veiligheid op school heeft tot doel om pesten aan te pakken en de veiligheid voor leerlingen op school te vergroten. Scholen moeten op basis van de wet:
1. Een actief veiligheidsbeleid voeren gericht op het tegengaan van pesten
3. De veiligheidsbeleving van leerlingen monitoren met een instrument dat een representatief en actueel beeld geeft
Hoe je hier vorm aan geeft in de school lees je bij In de school.
De Inspectie van het Onderwijs controleert of onderwijsinstellingen maatregelen nemen voor een veilige omgeving. Het gaat dan om een veilige omgeving voor zowel leerlingen en studenten als het onderwijspersoneel. De Inspectie let er vooral op of scholen de sociale veiligheid van hun leerlingen monitoren. Scholen kiezen hoe zij meten, als zij maar aan de wettelijke eisen voldoen. Ook controleert de Inspectie of er op scholen een vast aanspreekpunt voor pesten is. Leerlingen en ouders die met pesten te maken krijgen moeten altijd met hun verhaal bij iemand terecht kunnen op school. Indien nodig, moet de school het veiligheidsbeleid aanpassen. Het schoolbestuur is hiervoor verantwoordelijk.
(Bron: Rijksoverheid)
Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.