Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Leerlingen die te maken krijgen met pesten moeten bij iemand terecht kunnen op school. Ze moeten erop kunnen vertrouwen dat het pestprobleem wordt aangepakt en dat ze veilig naar school kunnen. De Wet Veiligheid op school (po en vo) verplicht scholen om zich in te spannen om pesten tegen te gaan en te zorgen voor een veilige school.
In deze wet staat dat scholen:
Dit artikel geeft je informatie over wat een aanspreekpunt pesten doet en wie deze taak kan vervullen. Ook lees je wat wordt verstaan onder coördineren van anti-pestbeleid en door wie dat kan worden gedaan. Voor de overige verplichtingen (punt 1 en 4) verwijzen we je naar informatie over veiligheidsbeleid op onze website en dit artikel over Monitoring.
Jouw school moet beschikken over iemand die aanspreekpunt is voor leerlingen en ouders die te maken krijgen met pesten. Het aanspreekpunt vangt de gepeste leerling (en de ouders) op. Samen brengen ze de situatie in kaart en bekijken ze welke acties mogelijk zijn om de pestsituatie op te lossen. Daarbij verwijst en begeleidt het aanspreekpunt pesten eventueel naar andere medewerkers binnen of buiten de school. Een aanspreekpunt pesten is laagdrempelig en daarom bij voorkeur een bekend gezicht in de school. Ervaring met opvang, begeleiding en gesprekstechnieken is wenselijk.
Bekijk een uitgebreid overzicht met Voorbeeldtaken aanspreekpunt pesten
De school mag zelf bepalen wie het aanspreekpunt pesten is. Je hoeft geen nieuwe functie te creëren zoals een anti-pestcoördinator. Er kan voor gekozen worden de taak bij een persoon te beleggen die al met soortgelijke taken is belast is.
Wij laten deze taak liggen bij de vertrouwenspersoon. Dat leek ons het meest logisch – Directeur vo school.
De vertrouwenspersoon staat in de klachtregeling van school vermeld als aanspreekpunt bij ongewenst gedrag, waaronder ook pesten. Door deze taak van de vertrouwenspersoon te bekrachtigen voorkom je dat er teveel verschillende ‘loketten’ ontstaan. Zo blijft het voor leerlingen (en ouders) duidelijk bij wie ze moeten aankloppen bij pesten.
De vertrouwenspersoon bezit bovendien al de benodigde vaardigheden en kennis over het opvangen en begeleiden van leerlingen die te maken krijgen met ongewenst gedrag. Bijkomend voordeel is dat een vertrouwenspersoon de leerling verder kan begeleiden als de pestsituatie onverhoopt uitmondt in een klacht.
Het coördineren van anti-pestbeleid staat in de Memorie van toelichting bij de wet beschreven als volgt:
Om dit te doen is het noodzakelijk om zicht te hebben op de beleving van veiligheid van leerlingen, op klachten en incidenten en op veiligheidsrisico’s. Deskundigheid en kennis op het gebied van pesten is nodig om schoolintern te fungeren als klankbord. Voor het uitvoeren van coördinerende beleidstaken is steun en mandaat vanuit de schoolleiding onmisbaar.
Deze coördinerende taken kunnen bij ons alleen door een leidinggevende worden uitgevoerd – Directeur po school.
Op veel scholen ligt de coördinatie van het veiligheidsbeleid bij de medewerker die ook eindverantwoordelijk is voor de veiligheid op school. In het basisonderwijs is dit meestal de (adjunct-)directeur, in het voortgezet onderwijs de directeur, de conrector of de veiligheidscoördinator. Gezien de veelheid, complexiteit en verantwoordelijkheid van het coördineren van anti-pestbeleid ligt het voor de hand deze taken bij een leidinggevende te beleggen.
In de Memorie van toelichting bij de Wet Veiligheid op school wordt de vertrouwenspersoon genoemd – bij wijze van voorbeeld – voor het vervullen van beide taken. De vertrouwenspersoon is dan én het aanspreekpunt bij pesten én coördineert het anti-pestbeleid. Ook in de praktijk beleggen scholen beide taken bij een persoon, vaak een anti-pestcoördinator.
Het is niet verplicht om één persoon beide taken te laten doen. Wij adviseren om beide taken bij verschillende medewerkers onder te brengen. Niet alleen omdat vergelijkbare taken en verantwoordelijkheden al bij verschillende bestaande functionarissen liggen maar ook vanwege mogelijke taakconflicten.
Een voorbeeld van een taakconflict is wanneer concrete acties genomen moeten worden vanuit de coördinerende taken bij een pestprobleem. Bij het nemen van acties gericht op het vergroten van de schoolveiligheid worden meestal anderen betrokken. Het aanspreekpunt pesten onderneemt echter alleen acties die besproken zijn met en gewenst zijn door de gepeste leerling (en ouders). Wil een gepeste leerling nog niemand betrekken dan geeft de vertrouwenspersoon voorrang aan de wens tot vertrouwelijkheid. Het uitvoeren van de coördinerende taken kan hierdoor in de knel komen.
Wij adviseren scholen om duidelijk in kaart te brengen wie op school welke veiligheidstaken uitvoert. En zorg voor een goede afstemming en samenwerking tussen de verschillende personen.
Heb je vragen of wil je advies? Neem dan contact op met het Adviespunt van School & Veiligheid. Telefoon: 030 28 56 616 (schooldagen van 9.00 – 16.00 uur) of via e-mail: adviespunt@schoolenveiligheid.nl
Dit artikel is gekoppeld aan de volgende thema’s
Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door: