Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Seksuele grensoverschrijding
Kennisbank
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (soms verkort tot sgg), door een student of personeelslid, is het seksueel integere schoolklimaat in het geding. De impact kan groot zijn op betrokkenen en de opleiding. Dit vraagt om zorgvuldig reageren, afhandelen en communiceren om het vertrouwen en de veiligheid te behouden of te herstellen.
Ook als een opleiding preventief veel werk maakt van een seksueel integer klimaat, kan zich een situatie voordoen van (een vermoeden van) seksueel grensoverschrijdend gedrag. Deze realistische kijk (“het kán altijd mis gaan”) geeft de mogelijkheid om goed voorbereid te zijn op deze momenten, zodat ze zo min mogelijk schade aanrichten.
In dit artikel lees je hoe twee adviseurs van School & Veiligheid samenvattend uitleggen hoe integer omgaan met seksualiteit onderdeel uitmaakt van de sociale veiligheid op school, en hoe dit grensoverschrijdend gedrag voorkomt: Geen individuele zoektocht, maar onderdeel van de school.
Om in te schatten of er sprake is van seksueel grensoverschrijdend gedrag kun je naar de zes criteria van het Vlaggensysteem kijken: wederzijdse toestemming, gelijkwaardigheid, vrijwilligheid, leeftijds- en ontwikkelingsadequaat, contextadequaat/passend bij de situatie en zelfrespect.
Seksuele grensoverschrijding is een verzamelterm voor alle vormen van seksueel gedrag die over de grenzen van een ander gaan. Eén van de partijen stemt niet in met de (seksuele) uitlatingen of handelingen van de ander. Dit kan gebeuren in de fysieke wereld en in de ‘online wereld’. Niet al het seksueel grensoverschrijdende gedrag is strafbaar. Als seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar is, noemen we het een ‘zedendelict’.
Er is sprake van seksueel misbruik als een volwassene seksuele handelingen verricht met een kind. We spreken ook van seksueel misbruik in andere situaties waarbij de pleger misbruik maakt van het leeftijdsverschil of van zijn of haar macht. Bij seksueel misbruik is er altijd sprake van ongelijkwaardigheidVoorbeelden van ongelijkwaardigheid: een volwassene en een kind, een hulpverlener en een cliënt (met een lichamelijke of verstandelijke beperking), een docent en een student..
Seksueel geweld is een term die gebruikt wordt voor alle seksuele handelingen die iemand onder dwang moet uitvoeren, ondergaan of zien. Seksueel geweld kan zowel online als offline plaatsvinden. Bij ‘hands-off’ seksueel geweld is er géén fysiek contact tussen pleger en slachtoffer: seksuele intimidatie, grooming, shame sexting en sextortionVoorbeelden van seksuele intimidatie: grapjes, dubbelzinnige opmerkingen, verhalen over seksuele ervaringen, dubbelzinnig gebruik emoticons. Grooming is het verleiden van een minderjarige voor seksuele doeleinden. Shame sexting is het ongevraagd doorsturen van sexy/naakt/seksueel getint beeldmateriaal. Sextortion is afpersing met seksueel getint beeldmateriaal van het slachtoffer. Bij ‘hands-on’ seksueel geweld is er wèl fysiek contact tussen pleger en slachtoffer: ontucht, aanranding en verkrachting‘Ontucht’ wordt in het wetboek van strafrecht omschreven als: “handelingen die in strijd zijn met de sociaal ethische norm”. Voorbeelden van aanranding: ongewenste aanraking (zoals tik op billen, ongewenste knuffel) / seksuele handelingen moeten doen of zien (zoals gedwongen aftrekken, moeten kijken naar masturberen of seksfilmpjes) / exhibitionisme (= genitaliën laten zien in het openbaar) / voyeurisme (= gluren naar -deels- naakte mensen). Er is sprake van verkrachting wanneer iemand met geweld of dwang seksueel binnendringt in het lichaam van een ander (oraal, genitaal of anaal).
Meer uitleg over vormen van seksueel grensoverschrijdend gedrag tegen kinderen beschrijft de Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag kan vertoond worden door en tussen iedereen die op een opleiding aanwezig is. De diverse vormen en plegers vragen om verschillende wijzen van interpreteren en aanpakken. Je leest hierover in de volgende tabbladen:
Adequaat reageren kan om meer redenen ingewikkeld zijn; het vraagt om zorgvuldig afwegen en handelen, en om kennis van wet- en regelgeving.
Wanneer een student je in vertrouwen neemt over een ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag of misbruik, probeer dan goed te luisteren. Stel geen beschuldigende vragen en probeer niet emotioneel (geschrokken, boos of verontwaardigd) te reageren. Beloof geen geheimhouding, maar overleg met de student om in gesprek te gaan met de vertrouwenspersoon op school.
Meer concrete tips over je manier van reageren op een student die vertelt over grensoverschrijdend gedrag of misbruik staan op dit moment verdeeld over diverse artikelen.
Is er op school sprake van een ernstig incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder in de themakamer ‘Calamiteiten (mbo)’ of het artikel ‘Omgaan met de media bij incidenten (po/vo/mbo)’. Bel ons Adviespunt. Of schakel het calamiteitenteam in.
Wil je weten hoe je opleidingsbreed kunt werken aan een seksueel integere en veilige sfeer ter preventie van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder bij het thema ‘Omgaan met seksualiteit (mbo)’. Direct aan de slag om het schoolbeleid op dit thema op orde te krijgen: gebruik dan onze praktische SGG-preventietool.
Kennisbank artikelen over dit onderwerp:
De kans is groot dat een van je leerlingen te maken heeft met seksueel misbruik. Wat kun je als leraar doen bij een aanwijzing van seksueel misbruik? En wat zijn de mogelijkheden als je alleen online contact hebt, zoals tijdens de coronacrisis.
“Dat de pers voor de deur staat, heeft veel impact op collega’s en met name op leerlingen die een microfoon onder hun neus geduwd krijgen.” Bereid jezelf en de school voor op de omgang met de media als een ramp jouw school treft.
Met de SGG-preventietool kan een school in drie stappen het schoolbeleid met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag op orde brengen. Scan de praktijk – check wat kan verbeteren – informeer het personeel.
Seksueel grensoverschrijdend gedrag van mbo-studenten kan sterk variëren in aard en omvang. Ook de impact op de direct betrokkenen en de veiligheid binnen de opleiding verschilt. Lees hier hoe je gedrag juist interpreteert, wat je moet doen en waar je rekening mee moet houden. Altijd met het oog op de integriteit en veiligheid van de direct betrokkenen en de gehele opleiding.
Studenten zijn in ontwikkeling en zijn nog bezig om te leren wat seksueel integer gedrag is. Ze zoeken grenzen op en gaan daar soms (licht) overheen. Soms is er sprake van (zwaar) grensoverschrijdend gedrag (zie verderop in de tekst hoe dan te handelen). Maar meestal volstaat een pedagogische reactie, bijvoorbeeld studenten nog eens herinneren aan de afspraken. Daarom is het belangrijk dat je kunt terugvallen op:
Het kan ook zijn dat niet de afspraken van de school of de klas worden overschreden, maar wel een persoonlijke grens van een student. Kijk dan of je met studenten in gesprek kan gaan om te kijken wat zij nodig hebben en wat ze kunnen leren van de situatie voor de toekomst.
Grensoverschrijding gedrag gebeurt vaak buiten het zich van docenten in een één-op-één-situatie zoals op de wc, in een kleedkamer, op een beschut plekje van het schoolterrein of op een schoolfeest.
Naast de fysieke schoolomgeving zijn sociale media bij uitstek een plek waar studenten experimenteren, grenzen opzoeken en pesten. Dat lijkt soms buiten het bereik van de school, maar heeft wel degelijk invloed op de sociale veiligheid in de klas. Met seksuele grensoverschrijding online ga je vaak hetzelfde om als met grensoverschrijding in de klas en op school, omdat de impact vaak hetzelfde is.
Meer hierover lees je bij het thema Sociale Media (mbo) en in het artikel ‘Sexting en ongewenste verspreiding van beelden’.
Het is niet altijd duidelijk of je te maken hebt met (ernstig) seksueel grensoverschrijdend gedrag of niet. Een goede interpretatie van dit gedrag is wel belangrijk omdat die richting geeft aan je reactie. En hoe jij reageert is belangrijk voor de (seksuele) ontwikkeling van studenten en voor de sociale veiligheid in de klas of de school. Je wilt dus voorkomen dat je gedrag ten onrechte bagatelliseert, maar je wilt ook niet onnodig problematiseren en overreageren.
Om seksueel (getint) gedrag beter en objectiever te kunnen interpreteren, kun je gebruikmaken van het Vlaggensysteem. De zes Vlaggensysteem-criteria, waarmee je kijkt naar seksueel gedrag, zijn:
Op het moment dat je seksueel (getint) gedrag waarneemt, interpreteer je dus eerst wat er gebeurt. De conclusie kan zijn dat dit passend gedrag is en er geen reactie nodig is. Het is ook mogelijk dat je oordeelt dat er wel (bijna of licht) grenzen zijn overschreden en dat een pedagogische reactie op z’n plaats is. Het kan ook zijn dat je moet ingrijpen (zie volgende alinea).
De reactie en de route die bewandeld wordt bij grensoverschrijdend gedrag van studenten, hangt af van de aard van het gedrag, de intentie, de frequentie, de afspraken in de klas en de schoolregels. Wanneer duidelijk is dat je te maken hebt met een incident of (ernstig) seksueel grensoverschrijdend gedrag, vraagt dit om gepaste acties en maatregelen. Soms worden grenzen zo ernstig overschreden dat de veiligheid van studenten in gevaar is, bijvoorbeeld wanneer studenten elkaar dwingen tot seksuele handelingen. Dit vraagt om uiterst zorgvuldig handelen naar alle betrokkenen, om zo weer veiligheid en integriteit te creëren of herstellen.
In het kort kan de volgende route gevolgd worden binnen de school:
Wil je meer weten over deze route? Neem dan contact op met ons Adviespunt.
Bovenstaande alinea’s gaan vooral uit van een situatie waarin je als docent zelf grensoverschrijdend gedrag tussen studenten waarneemt. Dat is meestal niet het geval. Meestal komt het verhaal van anderen of komt de student zelf naar je toe.
Het is voor een slachtoffer van groot belang dat de juiste dingen wel en niet worden gevraagd en gezegd. In het eerste tabblad van het thema ‘Over de grens in het mbo’ vind je hierover meer informatie.
Zorgvuldige communicatie rond een mogelijk incident is essentieel om het vertrouwen van studenten, ouders, personeel en ouders te behouden, een incident in goede banen te kunnen leiden, en over te kunnen gaan tot herstel. Houd ook rekening met het informatierecht van ouders (van studenten tot 18 jaar) en met de privacywetgeving.
In het artikel Communicatie na seksueel grensoverschrijdend gedrag leerlingen (po/vo/mbo) lees je hoe de school bij dit soort incidenten kan communiceren met alle betrokken partijen.
Het is belangrijk om een incident van seksuele grensoverschrijding niet als op-zichzelf-staand te zien. Als de storm is gaan liggen, is het verleidelijk om weer over te gaan tot de orde van de dag. Maar om nieuwe incidenten in de toekomst te voorkomen, is blijvende aandacht nodig voor een veilige sfeer, voor hoe je met elkaar omgaat en voor openheid rondom seksualiteit. Dit noemen we ‘werken aan seksuele integriteit’.
Hoe je werkt aan seksuele integriteit – en waarom hier een sterke preventieve werking vanuit gaat – lees je bij het thema Omgaan met seksualiteit (mbo).
De relatie van een schoolmedewerker en een student mag nooit geseksualiseerd zijn. Toch gebeurt het regelmatig dat, bedoeld of onbedoeld, docenten en studenten seksueel (grensoverschrijdend) gedrag naar elkaar vertonen. Hoe kan, of moet, de betrokken medewerker en de opleiding hier preventief mee omgaan en op reageren?
De relatie tussen een docent en een student is een pedagogische relatie, waarin de student afhankelijk is van de docent, die een machtspositie heeft. Deze relatie mag daarom nooit door de docent geseksualiseerd worden. Docenten kunnen geen dubbelzinnige grapjes of seksueel getinte opmerkingen maken in de klas, dito sociale media berichtjes posten of andere seksuele aandacht geven aan studenten. Dit is niet integer, het is onprofessioneel en bovenal ongewenst gedrag, en in sommige gevallen zelfs strafbaar.
Hoe zorg je als schoolleiding dat alle schoolmedewerkers weten welk gedrag prima is en wanneer je misschien over een grens gaat? Hiervoor is het van belang dat de opleiding werkt aan een open en integere cultuur en aan (seksueel) integer gedrag van het personeel. Wat hierbij kan helpen:
Wat te doen als een collega of een medewerker seksueel gedrag vertoont richting een student dat ‘op het randje balanceert’? Het gedrag is niet strafbaar, misschien schendt het ook niet echt de gedragscode, maar ‘het voelt ook niet helemaal goed’. Die gevallen laten zien hoe belangrijk een open gesprekscultuur is binnen een opleiding. Want je wilt samen met het team toegroeien naar duidelijkheid wat jullie integer vinden en wat niet.
De realiteit is ook dat schoolmedewerkers toch soms romantische of seksuele gevoelens voor een student ontwikkelen. Wat te doen? Hoe kan de docent zelf, en de schoolomgeving, voorkomen dat deze gevoelens doorgaan in seksueel (grensoverschrijdend) gedrag? Lees hierover in het artikel Gevoelens voor een leerling (vo/mbo).
Wanneer een schoolmedewerker zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen ten opzichte van een minderjarige student, gaat het niet meer over de schoolregels maar moet worden gehandeld naar de wet. Zo gaat bij (het vermoeden van) een zedendelict van een schoolmedewerker naar een minderjarige student, de meldplicht in werking. Ook als de veiligheid van de student of de medewerker in gevaar is, gelden er wettelijke regels.
Hoe weet je wanneer seksueel grensoverschrijdend gedrag strafbaar is voor de wet, waardoor sprake is van een zedenmisdrijf (ook wel ‘zedendelict’ genoemd)? Lees hiervoor het onderdeel Wet- en regelgeving bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op school (mbo).
NB: Onderneem in ieder geval altijd (een weloverwogen) actie als een student iets meldt.
Er kan zich ook een situatie voordoen waarbij juist de student seksueel (grensoverschrijdend) gedrag vertoont naar een medewerker van de opleiding, bedoeld of onbedoeld. Dit kunnen fysieke maar ook digitale avances zijn. Een docent kan zich hier kwetsbaar of onzeker door voelen, maar ook gevleid of geamuseerd. In dat laatste geval kan de situatie omslaan; lees verder in Gevoelens voor een leerling (vo/mbo).
De reactie van de medewerker en de route die bewandeld wordt bij grensoverschrijdend gedrag door een student, hangt af van het gedrag, de intentie, de frequentie, de afspraken in de klas en de schoolregels. In elk geval is het erg belangrijk dat de medewerker de eigen veiligheid en de eigen integriteit waarborgt.
Wat kan een medewerker doen die seksueel (sensueel of romantisch) wordt benaderd?
Ben jij degene aan wie het slachtoffer vertelt over diens ervaring met seksueel grensoverschrijdend gedrag? Reageer dan met de grootst mogelijke zorgvuldigheid. Het is voor een slachtoffer van groot belang dat tijdens dit gesprek de juiste dingen wel en niet worden gevraagd en gezegd. In het eerste tabblad van het thema ‘Over de grens in het mbo’ vind je hierover meer informatie.
Uitgebreide informatie hierover vind je in de volgende artikelen:
Heb je te maken met een incident en wil je sparren over wat je kunt doen of over of je het juiste hebt gedaan? Bel of mail dan met ons Adviespunt.
Dit artikel biedt handreikingen hoe je leerlingen, ouders en personeel kunt informeren over een incident rond (mogelijk) seksueel grensoverschrijdend gedrag van een medewerker.
Duidelijke en frequente communicatie over seksualiteit op school is belangrijk om het vertrouwen van personeel, ouders en leerlingen in de school op te bouwen. Bij een incident rond mogelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen leerlingen kun je hierop voortbouwen. Hoe kun je als school bij een dergelijk incident met alle betrokkenen communiceren?
Ook onder collega’s is een veilig en seksueel integer klimaat nodig. Waarom? Om je werk te kunnen doen en om een voorbeeldfunctie te vervullen. Dit vraagt om duidelijke schoolregels, openheid en aanspreekbaarheid in het team. Wanneer iemand werkelijk over een grens is gegaan, kan een vertrouwenspersoon ondersteunen en is wetgeving van toepassing.
Seksuele en seksueel getinte avances, grapjes en opmerkingen tussen medewerkers onderling: wat is acceptabel en wat gaat over de grens? Iedereen vraagt zich dit wellicht weleens af. Een hand op de billen van een collega leggen, is gedrag dat echt ‘niet kan’. Maar hoe zit het met een arm over de schouder, een compliment over een (strakke) rok of bewondering voor iemands zichtbare resultaten in de sportschool?
Om te weten en aan te voelen welk gedrag op jullie opleiding goed past, wat echt niet kan en wat daar tussenin zit, is één en ander nodig. Hoe je in het team tot integere en relaxte omgangsvormen komt, en daar afspraken over maakt, beschrijven we bij het thema ‘Omgaan met seksualiteit (mbo) / in het team’.
Als je getuige bent van een discutabele opmerking of mogelijk grensoverschrijdend gedrag van een collega richting een andere collega, kun je de geadresseerde laten weten wat je zag of hoorde en checken hoe dat viel. Als dat negatief is, kun je eventueel aanmoedigen om de collega aan te spreken over dit kwetsende of ongepaste gedrag. Als het een opmerking of gedrag richting jouzelf is, kun je uitgaan van de stelregel: “Als het voor mij onprettig of ongemakkelijk voelt, dan kan het niet”.
Het is altijd lastig om ‘kritiek’ te hebben op iemands gedrag, maar het is in elke organisatie belangrijk om elkaar feedback te kunnen geven. Als de sfeer in een team voldoende veilig en collegiaal is, kan ook gemakkelijker tegen elkaar gezegd worden dat bepaald gedrag voor jou niet zo fijn voelt.
Wanneer een schoolmedewerker zich seksueel grensoverschrijdend heeft gedragen ten opzichte van een collega, gaat het niet meer over de schoolregels maar moet worden gehandeld naar de wet. Ook als de veiligheid van de medewerker in gevaar is, gelden er wettelijke regels. Maar hoe weet je welk gedrag tussen collega’s strafbaar is? Lees hiervoor het onderdeel Wet- en regelgeving bij seksueel grensoverschrijdend gedrag op school (mbo).
Zorgvuldige communicatie bij een mogelijk incident is essentieel om het vertrouwen van studenten, personeel en ouders in de opleiding te behouden, een incident in goede banen te kunnen leiden, en over te kunnen gaan op herstel.
Het artikel Communicatie na seksueel grensoverschrijdend gedrag door een schoolmedewerker gaat dieper in op de vraag hoe je als school kunt communiceren met ouders, studenten en het eigen personeel wanneer sprake is van grensoverschrijdend gedrag van een docent naar een student, maar in het artikel staan ook nuttige tips voor het geval er sprake is van een incident tussen collega’s.
Is er op school sprake van een ernstig incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder bij het thema Calamiteiten (mbo) en in het artikel Omgaan met de media bij incidenten. Bel ons Adviespunt. Of schakel het calamiteitenteam in.
Incidenten rond seksueel grensoverschrijdend gedrag doen zich voor op iedere school. Naast maatregelen om dit zoveel mogelijk te voorkomen, is het ook van belang dat schoolleiding en bestuur maatregelen nemen om te zorgen dat slachtoffers melden als er iets gebeurt en dat iedereen weet wat er in een dergelijk geval wel en niet moet gebeuren – en dat dit ook gebeurt.
Als studenten, ouders of medewerkers te maken krijgen met (seksueel) ongewenst gedrag is de vertrouwenspersoon de aangewezen persoon om de route mee te bepalen. De vertrouwenspersoon dient er dus voor te zorgen bekend en benaderbaar te zijn voor studenten en medewerkers. De vertrouwenspersoon geeft zo vaak voorlichting over de eigen functie dat iedereen weet wat er gebeurt als er een melding wordt gedaan.
Meer informatie over de rol van de vertrouwenspersoon bij ongewenst gedrag lees je bij het thema Vertrouwenswerk (mbo).
In het verleden leken incidenten van seksueel grensoverschrijdend gedrag op school vaak/meestal niet gemeld te worden. Nu er veel meer media-aandacht is voor dit onderwerp lijkt de meldingsbereidheid ook op scholen groter. Desondanks zal het voor veel studenten moeilijk blijven om te melden. Onderzoekers noemen verschillende redenen waarom kinderen en jongeren seksueel grensoverschrijdend gedrag niet melden:
Studenten zullen incidenten vermoedelijk vaker melden als ze een goede relatie hebben met de docenten en de rest van de medewerkers; als er een open en seksueel integere sfeer heerst binnen de opleiding; als ze weten wat wel en niet oké is; als ze weten wat ze moeten doen als iemand over een grens gaat; en als ze weten dat de school meldingen serieus neemt. Hetzelfde geldt voor de medewerkers. Drie tips hoe een school hier aan kan werken:
Bij een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag, moeten er verschillende scenario’s gevolgd worden, die onder meer afhankelijk zijn van de aard van het incident en de leeftijd van pleger en slachtoffer. In de tabbladen Tussen studenten / Tussen medewerker en student / Tussen medewerkers krijg je handvatten om in te schatten hoe het gebeurde geïnterpreteerd moet worden.
In het tabblad Seksuele grensoverschrijding (mbo) / wet- en regelgeving en het tabblad ‘De schoolomgeving’ lees je meer over het vervolg na een melding. Het is bijvoorbeeld belangrijk om de juiste juridische woorden te gebruiken.
Ook kan zich de situatie voordoen dat er een vermoeden is dat het grensoverschrijdenden gedrag niet binnen de opleiding plaatsvindt, maar dat een student buiten school slachtoffer is van seksueel misbruik. Lees dan verder in het artikel Vermoedens van seksueel misbruik.
De evaluatie van een incident van seksuele grensoverschrijding is om diverse redenen van belang:
Soms kan de periode rond een incident heftig zijn geweest voor diverse betrokkenen. Met goede nazorg en herstel kunnen betrokkenen verwerken wat er is gebeurd.
Is er op school sprake van een ernstig incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag? Lees dan verder in het thema Calamiteiten (mbo) en het artikel Omgaan met de media bij incidenten. Bel ons Adviespunt om met je mee te denken, of schakel het calamiteitenteam in.
In de praktijk gebeurt het geregeld dat een school pas tijdens een incident uitzoekt of het beleid heeft over seksueel grensoverschrijdend gedrag. Gezien de impact van dit soort incidenten is het echter sterk aan te raden dit beleid in rustiger tijden goed uit te denken en vervolgens levend te houden. Op deze manier kan het ook een preventieve rol vervullen; incidenten voorkomen is immers beter dan ervan genezen.
Om het schoolbeleid met betrekking tot seksueel grensoverschrijdend gedrag goed op orde te brengen, kan een schoolleider de SGG-preventietool gebruiken.
Zo werk je met de SGG-preventietool:
Ga naar de SGG-preventietool om seksueel grensoverschrijdend gedrag op school te voorkomen
Bij een vermoeden of melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag op een mbo-instelling kunnen verschillende partijen betrokken zijn, zoals de vertrouwensinspectie, de zedenpolitie, ouders en de media.
Het is belangrijk dat alle betrokkenen van de opleiding, vanaf het eerste moment van een melding, ook in taal verstandig handelen. Wanneer iemand nog niet schuldig is bevonden en er nog geen aangifte is gedaan, spreken we over een ‘beklaagde’. Op het moment dat aangifte is gedaan, gaat het over de ‘aangeklaagde’. Pas als iemand officieel schuldig is bevonden, kunnen we praten over de ‘schuldige’. Degene die een klacht doet over grensoverschrijdend gedrag, heet de ‘klager’. Pas op het moment dat het vermoeden waarheid blijkt te zijn, wordt deze persoon ‘slachtoffer’ genoemd.
Bij het vermoeden van een incident dien je in overleg te gaan met een deskundige van de vertrouwensinspectie (0900-1113111). Ga niet zelf op onderzoek uit, maar overleg met de deskundige of er sprake is van een redelijk vermoeden en welke stappen er moeten worden gezet. Bij een redelijk vermoeden moet aangifte worden gedaan. De zedenpolitie doet vervolgens onderzoek naar wat er precies is gebeurd. Pas wanneer het vermoeden waar blijkt te zijn, worden eventueel ook anderen dan de betrokkenen op de hoogte gesteld. Houd het dus zo klein als mogelijk en zo groot als nodig.
In de folder ‘Zo klein als mogelijk, zo groot als nodig’ – de mbo-versie – staat onder meer wat schoolleiders en bestuurders moeten doen bij een incident van seksueel grensoverschrijdend gedrag. Op pagina 10 staat een lijst met ondersteuningspartners.
Het eventueel inschakelen van de politie bij een geval van (mogelijk) seksueel grensoverschrijdend gedrag door een met taken belast persoon, gebeurt dus pas nadat het bestuur overleg heeft gehad met de vertrouwensinspectie.
Samenwerken met de politie doet de school bij voorkeur niet alleen na overtredingen en andere problemen. Vooral in de preventieve sfeer kunnen een mbo-instelling en de politie veel voor elkaar betekenen. Denk hierbij onder meer aan het (signaleren van) ronselen door loverboys, sexting, sextortion of bangalijsten. Zorg daarom voor een goede relatie met de contactpersoon bij de politie.
Meer informatie over de politie als partner, ook bij incidenten, vind je op de pagina Politie als partner in schoolveiligheid. Ga voor meer informatie naar de website vraaghetdepolitie.nl of neem contact op met de contactpersoon van jullie opleiding bij de politie.
Meer informatie over de politie als partner, ook bij incidenten, vind je op de pagina Politie als partner in schoolveiligheid.
Ga voor meer informatie naar de website vraaghetdepolitie.nl of neem contact op met de contactpersoon van jullie opleiding bij de politie.
Misschien ben je als opleiding goed voorbereid op incidenten en calamiteiten. Maar als het gebeurt, zal het iedereen toch overvallen. Zeker als de media ineens voor de poorten staan. Journalisten kunnen in zo’n vervelende situatie voelen als een ‘vijand’, maar met de juiste tools en handvatten voor een goed mediabeleid sta je sterk in je schoenen.
Verder lezen over Omgaan met de media bij incidenten.
Om op school een veilige en stevige basis voor studenten te creëren, is samenwerken met gemeenten en lokale en regionale partners nodig. Samenwerking op het gebied van opvoeding, ontwikkeling, hulp en veiligheid, helpt om te voorkomen dat de jongeren in de regio in de knel komen en te maken krijgen met criminaliteit, uitsluiting, radicalisering of polarisatie.
In opdracht van Platform JEP schreef het NJi hierover een publicatie in afstemming met School & Veiligheid: ‘Sociale veiligheid is van iedereen’.
Het is een situatie die veel leraren zullen herkennen: een leerling of student vertoont gedrag dat het gevoel oproept dat er iets niet in orde is. Vaak gaat het om een niet-pluisgevoel dat meer is gebaseerd op onderbuikgevoelens dan op zichtbare gedragingen. Dit kosteloos te downloaden Niet-pluisinstrument kan houvast bieden bij een gesprek hierover.
Bij seksueel grensoverschrijdend gedrag (sgg) op het mbo is verschillende wet- en regelgeving van kracht. De leeftijden van dader en slachtoffer bepalen of er sprake is van jeugdstrafrecht, een Halt-afdoening, Arbo-wetgeving of een zedenmisdrijf met meldplicht.
Seks met een minderjarige is in principe strafbaar, ook als het contact door beiden wordt gewenst. Maar bij jongeren van 12 tot en met 17 jaar geldt dat het Openbaar Ministerie ze vraagt naar hun mening, ‘zo mogelijk’ en in bepaalde gevallen (art. 167a Sv). Een jongen van 17 jaar die seksueel contact heeft met een meisje van 15 jaar dat daar geen bezwaar tegen heeft, zal hoogstwaarschijnlijk geen problemen krijgen met justitie.
Jongeren van 12 tot en met 17 jaar kunnen volgens het jeugdstrafrecht een taakstraf of jeugddetentie krijgen. Jongeren van deze leeftijd komen in aanmerking voor een verwijzing naar Halt, als ze een strafbaar feit hebben gepleegd. Dit heet een Halt-straf of een Halt-afdoening. De Halt-straf geeft jongeren de kans hun fouten recht te zetten.
Als het gaat om aanranding of verkrachting tussen studenten, kan de getroffen student (of diens ouders) aangifte doen bij de politie.
De Arbowet verplicht werkgevers om werknemers te beschermen tegen seksuele intimidatie. In de Arbowet valt dit onder ‘psychosociale arbeidsbelasting’. De werkgever is verplicht hierop actief beleid te voeren. Seksuele intimidatie dient opgenomen te worden in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E). Bovendien moet de werkgever een plan van aanpak ontwikkelen, preventieve maatregelen nemen en zorgen dat werknemers die er last van hebben adequate hulp krijgen.
De kern van de ‘Wet bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’ is de MOA: de meld- overleg en aangifteplicht. De MOA houdt kortweg in dat bij het vermoeden van een zedenmisdrijf – gepleegd door een schoolmedewerker (formeel: “een met taken belast persoon”) jegens een minderjarige student – elke schoolmedewerker verplicht is om het bevoegd gezag hierover te informeren. Dit is de zogenaamde ‘meldplicht’. Wat zedendelictenZedendelicten zijn handelingen zoals: • Verkrachting (artikel 242) • Aanranding (artikel 246) • Ontucht (artikel 247) • Schennispleging (artikel 239) • Pornografie (artikel 240) • Bescherming jeugdigen tegen porno (artikel 240a) • Kinderporno (artikel 240b) • Grooming (artikel 248e) zijn, staat in het Wetboek van Strafrecht.
De wet MOA kent een eigen stappenplan/procesgang. Lees hierover in onze folder Grenzen aan gedrag, die gaat over de wettelijke kaders van seksueel ontoelaatbaar gedrag tussen schoolmedewerkers en leerlingen/studenten. Het verschil tussen Meldcode en Meldplicht lees je in de gelijknamige folder.
De wet MOA kent een eigen stappenplan/procesgang. Lees hierover in onze folder Grenzen aan gedrag, die gaat over de wettelijke kaders van seksueel ontoelaatbaar gedrag tussen schoolmedewerkers en leerlingen/studenten.
Het verschil tussen Meldcode en Meldplicht lees je in de gelijknamige folder.
Studenten van 18 jaar en ouder dienen zelf aangifte te doen. Niet iedere student durft die stap te nemen. Soms uit angst voor de gevolgen. Soms omdat het seksueel contact met wederzijds goedvinden was. In de praktijk is het dan moeilijk om de docent te vervolgen; de school kan echter, op grond van de schoolregels, wel zèlf optreden tegen de docent die seksueel contact had met een meerderjarige student.
Volgens artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht zijn ontuchtige handelingen tussen een schoolmedewerker en een minderjarige student strafbaar. Deze wet benadrukt de afhankelijkheidsrelatie tussen leerling/student en schoolmedewerker en biedt de school aanknopingspunten voor het formuleren van een eigen beleid om ook liefdesrelaties tussen medewerkers en 18+ studenten te verbieden.
Lees meer in de folder Grenzen aan gedrag.
Studenten, hun ouders en het onderwijspersoneel hebben het recht om te klagen over maatregelen, nalatigheid en gedrag. Het klachtrecht in het mbo is sinds 1 augustus 2017 wettelijk verankerd. Volgens de cao moeten alle mbo-instellingen over een vertrouwenspersoon beschikken voor het personeel. Sinds de wettelijke verankering van het klachtrecht in het mbo fungeert elke vertrouwenspersoon op school ook als eerste aanspreekpunt voor studenten (en hun ouders) voor alle klachten die te maken hebben met ongewenst gedrag, machtsmisbruik of communicatie op school.
Bij niet-strafbaar gedrag, zoals het maken van een seksueel getinte opmerking, gaat het om seksuele intimidatie. Er is geen sprake van seksueel geweld en het gaat niet om een zedendelict. In een dergelijk geval kan een student, een ouder of een schoolmedewerker een klacht indienen tegen degene die intimideert. Of tegen de school wanneer die hier niet tegen optreedt, om zo te zorgen voor een veilig schoolklimaat. De klacht wordt afgehandeld volgens de klachtenregeling van de school.
Lees meer over het vertrouwenswerk op het mbo en over het omgaan met klachten op school.
De folder ‘Grenzen aan gedrag’ is een samenvatting over de wettelijke kaders van (seksueel) ontoelaatbaar gedrag van onderwijspersoneel ten opzichte van leerlingen en studenten. Wanneer en hoe moet er actie worden ondernomen? En wat kan een schoolleider en -bestuurder doen om dit gedrag te voorkomen?
Deze Handreiking voor vertrouwenspersonen is een praktisch naslagwerk bij het uitvoeren van de meest voorkomende werkzaamheden.
Leidraad voor schoolbestuurders over het voorkómen en omgaan met seksueel grensoverschrijdend gedrag op school.
Meld je aan voor onze nieuwsbrief en ontvang iedere maand actuele informatie over sociale veiligheid op school.