Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
MBO
Creëer een sociaal veilige sfeer op school
Discriminatie
Kennisbank
In een sociaal veilige school doet iedereen mee en heeft iedereen het gevoel erbij te horen. Discriminatie staat hier haaks op. Toch komt discriminatie helaas voor. Iedereen heeft vooroordelen en iedereen discrimineert. Mensen worden buitengesloten omdat ze worden gezien als anders.
Er zijn twee vormen van discriminatie:
Of iets discriminatie is of niet, is niet altijd zeker. Mensen twijfelen soms of ze wel gediscrimineerd zijn. Hetzelfde geldt voor de ‘dader’. Ook al is het niet je bedoeling om te discrimineren, het kan zijn dat je als docent handelt op basis van onbewuste vooroordelen en stereotypen en daardoor prestaties van leerlingen beïnvloedt.
Bij discriminatie wordt verschil gemaakt op basis van kenmerken die er niet toe doen in die specifieke situatie. Wanneer iemand zonder rijbewijs solliciteert naar een baan als chauffeur, dan wordt hij niet aangenomen. Dat is geen discriminatie. Dat is het wel wanneer deze persoon die baan niet krijgt omdat diegene een vrouw is of een bepaalde religie aanhangt.
Discriminatie kan op lange termijn gevolgen hebben voor de gezondheid en het welzijn van mensen. Het kan zich uiten in pijn, stress, probleemgedrag en mogelijk ziekmelding. Maar het heeft niet alleen gevolgen voor de gezondheid: hoe meer discriminatie jongeren ervaren (zoals ongelijkwaardige behandeling, weigeren van toegang, afwijzing sollicitatie), hoe lager hun zelfwaardering is en hoe minder ze zich maatschappelijk verbonden voelen met Nederland.
Discriminatie aan de orde stellen is niet altijd makkelijk, wel noodzakelijk. Niet alleen omdat discriminatie verboden is, maar omdat ervaren discriminatie heel ongrijpbaar is. Het kan zorgen voor een onveilige sfeer in de school en invloed hebben op leerresultaten en werkplezier.
Kennisbank artikelen over dit onderwerp:
In een sociaal veilige school hoort iedereen erbij. Discriminatie staat haaks op die gedachte. Het SCP-rapport Ervaren discriminatie II laat echter zien dat de omvang en vorm van ervaren discriminatie in het onderwijs reden tot zorg is.
Scholen denken na over de manier waarop het Sinterklaasfeest aandacht krijgt. In de publicatie ‘Een sociaal veilige school in aanloop naar Sinterklaas’ vind je tips hoe je dit veilig kunt aanpakken op jouw school.
Hoe houd je Sinterklaas, Kerst en andere feestelijkheden op de basisschool veilig en plezierig? Lees de informatie en tips voor een veilig feesten op school.
Kinderen hebben contact met andere kinderen, op school, op straat en thuis. Ze maken van kleins af aan kennis met andere mensen, culturen en achtergronden. Ze zien dat er soms verschil wordt gemaakt tussen mensen. De één wordt anders behandeld dan de ander. Als een kind wordt gediscrimineerd – op basis van persoonlijke kenmerken – of dat veel om zich heen ziet gebeuren, dan kan dit zorgen voor onzekerheid en gevoelens van afwijzing.
Als leraar is het belangrijk om inhoud te geven aan het woord gelijkwaardigheid. Geef voorbeelden van mogelijkheden voor alle leerlingen (en maak geen verschil tussen bijvoorbeeld jongens en meiden): De één speelt graag met lego, de ander gaat voetballen. De één knutselt liever, terwijl de ander muziek wil maken. De één is een kei in rekenen en de ander in lezen. Laat zien dat elk kind interesses, talenten en mogelijkheden heeft. Het ene is niet beter dan het andere, het is anders. Daarmee krijgen kinderen zelfvertrouwen en leren ze omgaan met verschillen.
• Spreek je altijd uit tegen discriminatie en voor gelijkwaardigheid. Zeg dat het niet oké is dat een kind wordt uitgesloten op hoe hij eruit ziet of op andere persoonlijke kenmerken. Zo zien je leerlingen dat je voor hen opkomt en beïnvloed je de sociale norm in de groep. Ze leren zo wat mag en wat niet.
• Weet dat je een voorbeeld bent voor je leerlingen. Dat kun je doen door positief te zijn over jezelf en je achtergrond. Laat zien dat je nieuwsgierig bent naar andere (groepen) mensen, andere gebruiken en andere voorbeelden. Zo leren kinderen dat ze trots kunnen zijn op zichzelf.
• Als leerkracht wil je dat je leerlingen zich veilig voelen in de klas en in de school. Toch is het niet altijd nodig om weg te blijven van onveiligheid. Kinderen die van jongs af aan leren zich staande te houden in een samenleving die niet altijd rechtvaardig en eerlijk is, hebben een voorsprong.
Wanneer een leerling met je wil praten over een situatie met betrekking tot discriminatie, vraag dan wat er is gebeurd. Koppel de feiten (Wat zag je? Wie waren erbij? Wat deed je?) aan emoties (Wat voelde je? Was je boos, bang?”). Vraag ook na of er anderen bij waren en hoe zij reageerden. Je kunt daarna vragen of de leerling de volgende keer iets anders zou doen. Dit kan de weerbaarheid van de leerling vergroten.
Het kan zijn dat de situatie aanleiding geeft tot actie. Misschien moeten ouders of andere leerkrachten worden betrokken. Vraag, voor zover passend en mogelijk, wat de leerling zelf zou willen, maar neem ook je verantwoordelijkheid als volwassene als je zorgen hebt over de veiligheid van de leerling. Daardoor ziet de leerling dat je steun geeft en dat discriminatie niet wordt geaccepteerd.
• Praat met de klas over vooroordelen en discriminatie.
• In- en uitsluiting hangen nauw samen met groepsvorming. Discriminatie wordt vaak in verband gebracht met het mechanisme van uitsluiting uit de ‘eigen’ groep. Jij hoort er niet bij! Wanneer dit een collectieve vorm aanneemt, dan komen groepen tegenover elkaar te staan. Dit kan ertoe leiden dat de uitspraken over de andere groep verharden. Sommige groepen hebben te maken met hardnekkige negatieve beeldvorming. Die verdienen extra aandacht.
• Ken je leerlingen en wees geïnteresseerd in wat ze meemaken. Wees sensitief voor reacties en signalen en maak discriminatie bespreekbaar in de les.
• Stimuleer samenwerking en zorg ervoor dat leerlingen niet altijd in dezelfde groepjes werken. Wanneer leerlingen die van elkaar verschillen, bijvoorbeeld in afkomst, religie of geslacht, samenwerken aan een gemeenschappelijk doel, dan is dat een effectieve manier om vooroordelen te verminderen.
• Zet in op een gezamenlijke groepsidentiteit: Op deze school of in deze klas hoort iedereen erbij. In onze klas spelen en leren we samen. In deze groep doet iedereen mee.
• Ga er vanuit dat ieder kind eigen opvattingen heeft en spreek niemand aan op religie of afkomst. Het doet er niet toe wat iemand vindt ‘als moslim’, als ‘meisje’, of als ‘homoseksueel’. Het doet ertoe wat iemand als persoon vindt.
Om een leerling goed te ondersteunen moet je de coping strategie herkennen en weten welke stappen je kunt zetten om de weerbaarheid en de coping strategie te versterken.
Discriminatie is verboden en onwenselijk. Maar wat kun je eraan doen? In dit artikel staan belangrijke tips en handreikingen om discriminatie tegen te gaan.
Vanuit het perspectief van de leraar zetten we uiteen hoe je de groepsdynamica kunt sturen en de groepsvorming een positieve wending geeft.
Ook in onderwijsteams komt discriminatie voor. Het bespreekbaar maken van discriminatie gaat niet vanzelf. De dynamieken die zich voordoen bij leerlingen en in de klas doen zich ook voor bij leerkrachten en in het team. Net als de leraar in de klas, kan de teamleider hier een rol spelen. Onderlinge steun is van groot belang.
Je kunt je eenzaam voelen bij discriminatie. Zeker als je het hierover wilt hebben met collega’s of leerlingen en je teamgenoten er niet voor open staan. Een gedeelde ambitie, gezamenlijke aanpak en gedragen schoolvisie kunnen dan behulpzaam zijn. Het vergroten van begrip en respect in de school en de samenleving is een gezamenlijke taak. Het vraagt om bewustzijn dat je samen het goede voorbeeld moet geven.
Daarom is het aan te raden als team in gesprek te gaan en vragen te stellen als:
In de visie van veel scholen wordt beschreven welke uitgangspunten in de school en het onderwijs centraal staan. Scholen hebben een belangrijke rol bij het bevorderen van integratie en burgerschap. Respect ontwikkelen voor diversiteit en alert zijn op discriminatie zijn hier onderdeel van.
Dat er niet wordt gediscrimineerd is voor veel scholen logisch, maar dat moet ook ingebed zijn in de omgang met elkaar. Belangrijk is dat iedereen goed weet wat discriminatie precies is. Met één les over discriminatie ben je er niet. Maak discriminatie onderdeel van het veiligheidsbeleid van de school. Herhaal de afspraken en gedragsregels die binnen de school bestaan of die je met je klas hebt gemaakt.
De vertrouwenspersoon kan een rol vervullen als het gaat om signaleren van, voorkomen en omgaan met discriminatie als vorm van ongewenst gedrag. Leerlingen en ouders kunnen hier terecht wanneer ze een discriminerende uitspraak of situatie willen melden of een klacht willen indienen. Elke klacht of melding is aanleiding om te kijken hoe het beter kan en of het schoolbeleid aangepast moet worden.
Wat zijn goede gedragsregels voor jouw school? Waar moeten ze aan voldoen? Hoe kun je ze samen opstellen? In dit artikel vind je de belangrijkste punten waar je aan kunt denken als je bezig bent met de gedragsregels voor je school.
Scholen zijn verplicht discriminatie tegen te gaan. Dit is vastgelegd in de Grondwet.
Daarnaast kennen wij de Algemene Wet Gelijke Behandeling. In deze wet is artikel 1 van de Grondwet nader uitgewerkt.
Artikel 23 van de Nederlandse Grondwet beschrijft de vrijheid van onderwijs.
Tot slot zijn scholen verplicht zorg te dragen voor het welbevinden van leerlingen en personeel. De Wet Veiligheid op school en de Arbowet vormen hiervoor de basis.
Discriminatie kan gemeld worden bij:
De Nederlandse Grondwet
Scholen in het primair, voortgezet en speciaal onderwijs zijn op basis van de wet Veiligheid op school verplicht zorg te dragen voor een veilige school. Wat houdt deze wet in? Wij bieden verwijzingen naar informatie en hulpmiddelen die helpen bij het in de praktijk brengen van de verplichtingen.
Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. De overheid laat het aan de scholen zelf over hoe ze daaraan invulling geven.