Adviespunt
Een groep rode vlaggen op een witte achtergrond, die dienen als pedagogische wegwijzers naar seksuele integriteit. School en Veiligheid

Wat kun je als po-leraar doen om een open, veilig en seksueel integer klimaat te scheppen, in de klas en in school? Hoe leer je leerlingen om respectvol, bewust en verantwoordelijk om te gaan met de eigen seksualiteit en gender en die van anderen? Dat vraagt om pedagogisch vakmanschap.

Acht wegwijzersDeze wegwijzers komen voort uit een kwalitatief onderzoek onder basisschoolleraren.geven richting aan hoe je in alledaagse klassensituaties seksuele integriteit kunt voorleven en stimuleren.

In onderstaand webartikel lees je er alles over.

We maakten er als ‘geheugensteuntje’ een praktische, overzichtelijke ‘handout’ bij. Hierop vind je de belangrijkste punten per wegwijzer terug.

Wil je oefenen met de wegwijzers? Dat kan met de Kijkroute (po).

Download hier de Handout Pedagogische Wegwijzers

 

Accepteer en bevestig seksueel integer gedrag

Als (pedagogisch vakkundige) leraar accepteer en bevestig je relationeel en seksueel integer gedrag. Leerlingen laten hiervan soms de mooiste voorbeelden zien. Als je laat merken dat je dat ziet en dat gedrag bevestigt, ervaren en leren leerlingen hoe je integer met elkaar omgaat. Zo bekrachtig je het positieve gedrag en stimuleer je een veilig en seksueel integer klimaat in de klas en in de school.

Toch weten we dat seksueel (getint) gedrag en woordgebruik, met name van kinderen, snel geproblematiseerd worden. En dat terwijl de seksuele ontwikkeling en ontdekking ook in de basisschoolleeftijd al een vanzelfsprekend en gezond onderdeel is van ieders ontwikkeling. Kinderen leren vriendschappen aan te gaan, ‘oefenen’ met verkering; ze ontwikkelen hun genderidentiteit en seksuele identiteit en ontdekken hun eigen lichaam.

Het is daarom goed om te weten welk gedrag past bij de ontwikkelingsfase van je leerlingen en je te verdiepen in hun seksuele ontwikkeling. Op die manier kun je voorkomen dat je seksueel (getint) gedrag te snel afkapt of problematiseert of een te grote focus legt op negatief gedrag of incidenten. Dat draagt niet bij  aan de ontwikkeling van kinderen en het creëren van een veilig klimaat.

Omdat kinderen op school veel met elkaar in aanraking komen, is dit ook een plek waar de seksuele ontwikkeling en ontdekkingstocht plaatsvindt en ruimte mag krijgen. Dat gebeurt natuurlijk wel binnen de kaders en grenzen die jullie met elkaar hebben afgesproken en vanuit de normen en waarden die jullie als team en als school graag uit willen dragen.

Bijvoorbeeld: Legitimeer het gedrag van kinderen die geïnteresseerd zijn in elkaars geslachtsdelen of met hun handen in hun broek zitten. Leg uit dat je begrijpt dat ze nieuwsgierig zijn en dat het ook erg interessant is. Laat weten dat je begrijpt dat het spannend en leuk is om samen verliefd te zijn. Maar maak tegelijkertijd ook duidelijke afspraken over welk gedrag daarin wel en niet gepast is op school.

 

Begrens en blijf in verbinding

Als (pedagogisch vakkundige) leraar begrens je seksueel grensoverschrijdend gedrag of opmerkingen en blijf je tegelijkertijd in verbinding met leerlingen. De school is een unieke oefenplaats waarin leerlingen met alledaagse situaties kunnen experimenteren en zo kunnen leren wat relationeel en seksueel integer gedrag is. Onder andere door de aanwezigheid en feedback van jou als leraar).

Wanneer een leerling een grens over gaat, vraagt dat natuurlijk om begrenzing. Je kunt gedrag vanuit verschillende normenkaders begrenzen. Vanuit de grondwet, wanneer iets kwetsend, haatdragend, discriminerend of generaliserend is of oproept tot geweld. Vanuit de criteria van het vlaggensysteem* begrens je wanneer gedrag niet gebeurt vanuit wederzijdse toestemming, vrijwilligheid, gelijkwaardigheid, zelfrespect, of wanneer het niet past bij de context of de ontwikkelingsfase van het kind. Ten slotte kunnen klassenafspraken of schoolregels reden bieden voor een begrenzing. Op die manier begrens je niet vanuit jouw persoonlijke opvatting, maar vanuit een breder gedragen kader.

Maar leerlingen zijn zoekend, ze maken niet altijd integere keuzes en kunnen finaal uit de bocht vliegen. Daarin verdienen ze naast begrenzing ook steun en begrip, want sociale veiligheid betekent ook dat je mag vallen en opstaan in je leerproces. Als leraar kun je die veiligheid en leermogelijkheid  bieden door in verbinding te blijven met leerlingen. Dat doe je vooral in je houding. Het betekent dat je, hoe moeilijk dat soms ook is, achter het gedrag van leerlingen probeert te kijken naar wat er op een dieper niveau speelt. En dat je altijd het gedrag begrenst of afkeurt, maar niet de leerling zelf. Je kunt terwijl je begrenst, een open houding aannemen, vrij van oordeel. Probeer er door vragen te stellen achter te komen wat er leeft bij een leerling en waar bepaald gedrag of opmerkingen vandaan komen. Op die manier voelen leerlingen zich gezien en begrepen en ontstaat de veiligheid om te leren in seksuele integriteit. Zo kun je de veiligheid in de groep waarborgen zonder dat leerlingen zich afgewezen voelen.

* Het Vlaggensysteem stimuleert gezond seksueel gedrag en draagt bij aan het voorkómen en terugdringen van seksueel grensoverschrijdend gedrag onder kinderen en jongeren. Het biedt professionele opvoeders handvatten om seksueel gedrag adequaat te beoordelen, het bespreekbaar te maken en om gepast te reageren.

 

Creëer balans tussen openheid en grenzen

Als (pedagogisch vakkundige) leraar creëer je openheid én respecteer je grenzen, zowel die van je leerlingen als die van jezelf. Zo zoek je naar een professionele balans tussen afstand en nabijheid in de relatie met je leerlingen. Op basis daarvan maak je keuzes voor je pedagogisch handelen, bijvoorbeeld: hoe ga je om met persoonlijk contact buiten school of op sociale media? Wat vertel je wel en niet over jezelf? Waar ligt voor leerlingen de grens tussen school en thuis? Wanneer vraag je door en wanneer niet? Wanneer en waarom raak je leerlingen wel of niet aan?

Als je zoekt naar een juiste balans tussen enerzijds grenzen en privacy respecteren en anderzijds openheid creëren, laat je leerlingen zien dat het allebei mag en kan. Je kunt bijvoorbeeld zelf je grenzen aangeven wanneer leerlingen je (op een bepaalde manier) aanraken of iets vragen waar jij je niet prettig bij voelt. Of juist openheid creëren over iets dat leerlingen zelf niet zo snel durven te vragen of bespreken. Zo ben je een voorbeeld van seksuele integriteit.

Een tip om seksueel integer om te gaan met eigen ervaringen, is om aan leerlingen te vertellen over je ervaringen tot aan ongeveer de leeftijd waarin zij zich bevinden of juist uit een aantal jaren later. Dat is geen absolute stelregel, maar zo kun je te veel openheid of nabijheid voorkomen door het delen van zeer recente (intieme) ervaringen.

 

Doorgrond je eigen normen & waarden, vooroordelen en ervaringen

Als (pedagogisch vakkundige) leraar onderzoek je doorlopend hoe je eigen ervaringen, normen & waarden en vooroordelen jouw pedagogisch handelen beïnvloeden. Je kunt daarbij denken aan normen vanuit thuis over aanraking, positieve of negatieve relationele en seksuele ervaringen, vooroordelen over religie en seksualiteit, beelden uit de media over mannelijkheid of vrouwelijkheid, conservatieve of progressieve meningen over seksuele en genderdiversiteit, religieuze achtergrond of identiteit, eigen relationele ontwikkeling of aannames over verschillende culturen.

Dit alles vormt je referentiekader en heeft – vaak onbewust – invloed op je denken over en pedagogisch handelen bij alledaagse dingen die in de klas gebeuren. Neutraal zijn is bijna niet mogelijk en vaak ook niet nodig. Maar het is wel goed om je te realiseren dat je dit meestal niet bent. De overtuiging dat je neutraal bent, ontkent namelijk de invloed van je eigen referentiekader.

Wat je wel kunt doen om seksuele integriteit te stimuleren en voor te leven is nieuwsgierig zijn naar je eigen overtuigingen en aannames. Je denkt na over hoe al die invloeden een goede plek kunnen krijgen in je professionele rol en pedagogisch handelen. Wanneer kun je je eigen mening of ervaring bewust inzetten en kies je positie? En wanneer kun je het opzij zetten omdat dat nodig is voor de veiligheid of ontwikkeling van kinderen?

Door die reflectie en ‘denkpauze’ maak je soms andere keuzes in je pedagogisch en professionele handelen dan je misschien direct vanuit jezelf zou doen. Zo leef je seksuele integriteit voor aan je leerlingen (zelfbewustzijn en respectvolle omgang met iedereen) en schep je een klimaat waarin iedereen zichzelf kan zijn.

 

Exploreer en erken hoe leerlingen jouw pedagogisch handelen ervaren

Als (pedagogisch vakkundige) leraar heb je oog voor hoe leerlingen jouw pedagogisch handelen (zouden kunnen) ervaren. Je let bijvoorbeeld op (non)verbale signalen van leerlingen en neemt deze serieus. Toch is het soms moeilijk in te schatten wat leerlingen ervaren, omdat ze niet altijd laten merken dat ze bepaalde opmerkingen, grapjes of aanrakingen niet prettig vinden of zich er zelfs onveilig door voelen.

Het is daarom aan te raden om de ervaringen van leerlingen te exploreren. Vraag bijvoorbeeld eens naar wat leerlingen wel of niet prettig vinden in hoe je met hen omgaat. Of doe in specifieke situaties navraag bij leerlingen zelf of bij een collega. Regelmatig open en nieuwsgierig vragen naar de ervaringen van je leerlingen draagt bij aan een veilige sfeer. Je leeft seksuele integriteit voor doordat je laat zien dat je oog hebt voor de beleving en ervaring van de ander en die erkent.

 

Finetune je pedagogisch handelen: reflecteer en kom er waar nodig op terug bij leerlingen

Als (pedagogisch vakkundige) leraar vraag je je doorlopend af of dat wat je gedaan hebt het ‘juiste’ was in die situatie. Dat is geen teken van onbekwaamheid, maar juist een teken van professionele pedagogische kracht. Het houdt je namelijk scherp en voorkomt dat je onbewust te veel vervalt in reactiepatronen: de ‘automatische piloot’. Deze reactiepatronen zijn een noodzakelijk onderdeel van je professionaliteit, want ze maken dat je consequent en voorspelbaar bent voor leerlingen en ze geven je zekerheid in je pedagogisch handelen. Tegelijkertijd is het risico ervan dat je niet meer optimaal afgestemd bent op die ene leerling of situatie.

Reactiepatronen kunnen er ook voor zorgen dat je niet weet waarom dingen wél lukken. Waarom vertellen of bevragen leerlingen jou zo makkelijk over bepaalde dingen? Waarom laat een klas bij jou veel seksueel integer gedrag zien en was dat in een jaar eerder bij een andere leraar niet zo? Kortom, reflecteren op wat jij al doet om een positieve relatie met leerlingen en een veilige sfeer in de groep op te bouwen geeft grip op je pedagogisch handelen en de keuzemogelijkheden die je daarin hebt.

Je kunt op jezelf reflecteren. Maar nog beter werkt het als je dit samen met collega’s doet, bijvoorbeeld tijdens intervisie. Het inzicht dat je daar opdoet vergroot je pedagogisch vakmanschap en vaak ook de zin en vertrouwen in je werk.

En heb je dan een keer iets gedaan waar je achteraf toch niet achter staat? Kom er dan eens op terug bij een leerling of de klas. Zo laat jij zien dat je je bewust bent van je eigen gedrag, dat soms anders uitpakt of overkomt dan bedoeld – net als bij hen – én dat je fouten mag maken, ervan kan leren en erop terug kan komen. Ook hiermee laat je zien wat seksuele integriteit betekent.

 

Gebruik gepaste humor als positieve strategie

Als (pedagogisch vakkundige) leraar zet je humor in om openheid en ruimte te creëren rondom relaties, seksualiteit en gender. Het draagt bij aan een fijne omgang met elkaar en een veilige sfeer in de groep. Tegelijkertijd gebruik je humor met gepaste voorzichtigheid en zorgvuldigheid.

Leerlingen waarderen vaak de authentieke humor van hun leraar en gebruiken zelf ook graag humor. Voor hen is het een manier om te wennen aan iets nieuws of vreemds, zeker als het gaat om relaties en seksualiteit. Humor, ook door volwassenen, is meer dan grapjes maken. Het kan een krachtig middel kan zijn om luchtigheid en ruimte te scheppen en openheid en erkenning te bieden in een thema dat soms kwetsbaar, spannend en beladen is.

Meestal ontstaat humor spontaan – en dat is tegelijkertijd de valkuil ervan. Door de snelheid kan een ‘grappige’ opmerking een onbedoeld negatief effect hebben op bepaalde leerlingen. Humor maakt de situatie dan ineens juist onveilig. Wanneer jij zorgvuldig omgaat met het gebruik van humor en het maken van grappen, vergroot je de sociale veiligheid en leren je leerlingen hoe zij dit ook op een integere manier kunnen doen.

 

Heb oog voor ouders: samenwerken aan seksuele integriteit

Als (pedagogisch vakkundige) leraar heb je oog voor ouders in het werken aan seksuele integriteit bij leerlingen. Het is soms een spannend of beladen thema voor ouders. Heb je het idee dat je niet met ouders op een lijn zit of wil je gewoon een goede start maken aan het begin van het jaar? Ga dan eens het ‘spannende’ gesprek aan vanuit een vragende en nieuwsgierige houding. Weet dat je hierin samen met ouders een pedagogische taak hebt, die je samen kunt vormgeven. Kijk waar je elkaar tegemoet kunt komen. Waar kun je in de klas ruimte scheppen voor – of aansluiten bij – het perspectief en de visie van ouders, in hoe je dingen vertelt of doet?

Heb oog voor de zorgen, angsten en behoeften die mogelijk leven achter de weerstand of het gedrag van ouders. Zoek naar verbindende waarden en doelen, bijvoorbeeld het psychosociale welzijn van het kind, respectvol met elkaar om leren gaan, respect voor je eigen en andermans lichaam leren hebben. Kortom, geef ouders het gevoel dat ze hierin ook een stem hebben en belangrijk zijn.

Tegelijkertijd moet dit natuurlijk wel verenigbaar zijn met de visie van de school en de veiligheid in de klas van alle leerlingen. Er zijn grenzen aan hoever je mee kunt bewegen. Jij hebt nu eenmaal de professionele verantwoordelijkheid voor een veilige sfeer in de klas, het werken aan seksuele integriteit en het omgaan met (experimenteer)gedrag dat leerlingen nu eenmaal laten zien en dat je niet kan negeren. Het is dan wel belangrijk dat je er niet alleen voor staat richting ouders en dat je (weet dat je) terug kunt vallen op je collega’s en schoolleiding. Wat daarbij helpt zijn een heldere visie van de school, duidelijke afspraken in het team en heldere en tijdige communicatie naar ouders. Zo kun je duidelijk zijn wanneer het moet, en ontvankelijk zijn wanneer het kan.

 


Er zijn ook pedagogische wegwijzers voor het vo. Je vindt ze hier.

 


Bovenstaande wegwijzers worden gebruikt in drie werkvormen van School & Veiligheid:

 

De Kijkroute – po‘ is een professionaliseringswerkvorm voor leraren in het primair onderwijs om samen met enkele collega’s aan de hand van video’s met klassensituaties te praten over pedagogisch vakmanschap op het gebied van seksualiteit en gender. Deze tool is gratis aan te vragen.

De Kijkroute – vo‘ maakt ook gebruik van deze wegwijzers. Maar zowel de wegwijzers als de filmpjes en de bijbehorende vragen zijn in deze tool gebaseerd op de praktijk in het voortgezet onderwijs.

Voor de pabo en de lerarenopleidingen ontwikkelden School & Veiligheid en Rutgers twee toolkits over gezonde relaties & seksualiteit. Elk bestaand uit acht e-learnings voor studenten en een docentenhandleiding. De diverse modules kunnen bij verschillende vakken en tijdens meerdere opleidingsjaren ingezet worden. Elke module duurt 30 tot 60 minuten.

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school

Blijf op de hoogte

Meld je net als 13.000 anderen aan voor onze nieuwsbrief
en ontvang iedere maand actuele informatie
over sociale veiligheid op school.

  • Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.