Adviespunt

Met de Kletskaartjes over Pesten kun je gedurende het hele jaar het onderwerp ‘pesten’ met de leerlingen bespreken. Bijvoorbeeld in de Gouden of Zilveren weken. Na een vakantie moeten leerlingen weer wennen aan elkaar. De weken na de zomervakantie noemen we de Gouden Weken. De groepsnormen en regels worden in deze periode vastgesteld. Na de kerstvakantie beginnen de Zilveren Weken. De afgesproken normen en regels worden dan opnieuw afgetast.

Veilig kletsen over ‘een fijne sfeer, zonder pesten’

Welk kind wil er niet een fijne sfeer in de klas? Toch komt pestgedrag in elke klas voor. De mate waarin kinderen zich gezien en gehoord voelen en regels en afspraken helder zijn en gedragen worden door alle leerlingen, beïnvloedt het gevoel van veiligheid in de klas. Met deze kletskaartjes kun je het onderwerp ‘pesten’ met de leerlingen bespreken. Je hoort van hen hoe zij denken over pesten en laat hen met elkaar bespreken wat nodig is voor een fijne sfeer in de klas, een sfeer waarin pesten niet nodig is. De kaartjes stimuleren de leerlingen woorden te geven aan gevoelens en behoeftes. Waar liggen hun wensen en grenzen en waar liggen die voor anderen? En wat is nodig om samen te zorgen voor een fijne sfeer in de klas?

Bij het beantwoorden van de vragen laten kinderen iets persoonlijks van zichzelf zien. Het is dan ook belangrijk om in een veilige en vertrouwde omgeving deze vragen te stellen en te laten beantwoorden. Geef kinderen de ruimte om hun grenzen aan te geven: laat ze desgewenst een ander kaartje kiezen of het kaartje doorspelen aan een klasgenoot die er wel over wil praten. Indien gewenst kun je als leraar een voorselectie maken in de vragen, passend bij het moment en de leeftijd van de groep.

Hoe gebruik je de kaartjes?

Print de kaartjes en knip ze uit. Stop ze in een pot of envelop. Je kunt de pot of envelop op een vast moment van de week tevoorschijn halen of wanneer het onderwerp ‘pesten’ aan de orde is in de klas. Maak met de groep afspraken over hoe je op een fijne en respectvolle manier met elkaar praat of verwijs naar bestaande afspraken.

Laat een leerling een kaartje grabbelen of pak er zelf een. Nodig de leerling uit om de vraag te beantwoorden. Spreek ook een teken af voor als je de vraag niet wilt beantwoorden; een leerling kan dan bijvoorbeeld zeggen ‘ik pas’.

Een andere manier is om de leerling het kaartje te laten voorlezen en drie leerlingen die hun vinger opsteken een reactie te laten geven.

Download en speel

Wij zijn Stichting School & Veiligheid. Wij ondersteunen scholen bij het bevorderen van een sociaal veilig klimaat. Dit doen wij door:

Creëer een sociaal veilige sfeer op school