Door het aanbieden van activiteiten, programma’s en voorlichting gericht op veilig gedrag en het voorkomen van onveilig gedrag, versterkt u de sociale veiligheid op school en daarbuiten en vergroot u de weerbaarheid tegen onveilige situaties. Het gaat hierbij voornamelijk om aandacht voor de volgende thema’s:
Voorkomen en tegengaan van pesten
Pesten komt op elke school en in elke klas voor. Ook buiten de school, op weg van school naar huis, thuis of op een sportclub wordt gepest. In de klas praten met leerlingen over wat pesten is, wat pesten met iemand doet, hoe je elkaar kunt helpen en hoe je hulp kunt vragen als je met pesten te maken hebt, helpt leerlingen pestsituaties te duiden en escalatie te voorkomen. Er zijn lespakketten en methodes die leerkrachten helpen deze gesprekken te voeren in de klas.
Pesten kan ook schoolbreed onderwerp van gesprek zijn. Bijvoorbeeld door het organiseren van ouderavonden waarop met ouders besproken wordt wat geregeld is binnen de school om pesten te voorkomen en aan te pakken en welke rol ouders hierbij hebben. Binnen lerarenteams is het goed te bespreken hoe je signalen van pesten herkent en wat vervolgens vervolgstappen zijn. Elke leerkracht weet dat pesten niet mag. Maar hoe ga je om met een leerling die bijvoorbeeld tijdens de gymles de kleding van een klasgenoot verstopt? Mag je dit zien als grap? Wanneer is het pesten? Bovendien zie je als gymleraar minder goed wat er in de school gebeurt, of er rond deze leerlingen vergelijkbare incidenten plaatsvinden. En hoe communiceer je onderling, naar ouders en leerlingen welke afspraken er zijn gemaakt? Waar kunnen zij terecht als zij met pesten te maken krijgen? Scholen kunnen pesten schoolbreed aandacht geven door gebruik te maken van anti-pestprogramma’s.
Meer informatie over pesten vindt u op onze themapagina ‘pesten’.
Seksuele en relationele vorming
De belangrijkste doelstelling van relationele en seksuele vorming is kinderen en jongeren ondersteunen bij een gezonde seksuele ontwikkeling en hen leren seksueel verantwoorde keuzes te maken. Door al op jonge leeftijd te starten met scholing over seksuele en relationele vorming raken leerlingen vertrouwd met het thema. Ze krijgen hierdoor betrouwbare informatie, durven eerder vragen te stellen over seksualiteit, ontwikkelen waarden en normen, worden weerbaarder en leren respectvol met elkaar om te gaan. Jongens en meisjes gaan na de lessen makkelijker met elkaar om, spreken elkaar aan op gedrag en maakt de kans op gedoe kleiner na lessen op school over relaties en seksualiteit. Leerlingen hebben meer kennis over relaties, seksualiteit en seksueel misbruik. De meeste leerlingen hebben een positievere houding ten opzichte van homoseksualiteit, en ze zijn zelfbewuster in vergelijking met leerlingen die geen onderwijs over relationele en seksuele vorming hebben gekregen.
Leerkrachten en leerlingen vinden het vaak spannend te praten over seksualiteit en relaties. Het is belangrijk aan te sluiten bij de ontwikkeling en behoeften van de leerlingen. Maak vooraf afspraken met leerlingen over elkaar uit laten praten, elkaar niet uitlachen, elkaars mening respecteren, eigen grenzen aangeven, persoonlijke zaken niet doorvertellen en gebruik van bepaalde woorden. Start met lessen als kinderen elkaar al wat langer kennen. Zorg ook voor een goede opbouw in de lessen, begin niet de eerste keer met de spannendste les. Sta zelf open voor het thema seksualiteit en signaleer vragen en problemen op het gebied van relaties seksualiteit en verwijs door naar de vertrouwenspersoon of mentor wanneer gewenst.
Lees meer op onze themapagina’s ‘seksuele integriteit‘ en ‘seksuele diversiteit‘.
Actief burgerschap en integratie
Leerlingen worden op school voorbereid op deelname aan de maatschappij. Er zijn verschillende manieren waarop scholen de opdracht tot bevordering van burgerschap en integratie kunnen invullen. Er is niet één manier de beste of voor alle situaties geschikt. Zo spelen bijvoorbeeld de samenstelling van de leerlingen en de wensen van ouders, binnen de grenzen van wet en regelgeving een rol. Scholen hebben daarom ruimte voor eigen invulling.
Leerlingen leren op de thema’s diversiteit, acceptatie en tolerantie te reflecteren op het eigen handelen, een respectvolle houding en een bijdrage aan de zorg voor hun omgeving. Ze leren over verschillende achtergronden en culturen van leeftijdgenoten en maken hier kennis mee.
Volgens de Kerndoelen Primair Onderwijs bieden de scholen leerlingen in het basisonderwijs lesstof aan over:
- hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
- leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
- hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen
- respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.
Volgens de Kerndoelen voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs bieden scholen leerlingen lesstof aan over:
- overeenkomsten, verschillen en veranderingen in cultuur en levensbeschouwing in Nederland
- het daarmee in verband brengen van eigen en andermans leefwijze
- de betekenis voor de samenleving van respect voor elkaars opvattingen en leefwijzen.
- hoofdlijnen hoe het Nederlandse politieke bestel als democratie functioneert en hoe mensen op verschillende manieren bij politieke processen betrokken kunnen zijn.
- de betekenis van Europese samenwerking en de Europese Unie voor zichzelf, Nederland en de wereld.
Meer informatie over het thema ‘burgerschap‘ vindt u op de gelijknamige themapagina.
Sociale competenties
Positief sociaal gedrag van leerlingen bevordert de veiligheid op school. De school besteedt in de lessen aandacht aan het aanleren van een positieve manier van omgaan met elkaar, het nemen van beslissingen, het constructief oplossen van conflicten, open te staan voor verschillen tussen mensen en weerbaarheid. Leerkrachten en ouders zijn hierbij rolmodel. Er bestaan verschillende lespakketten, methodes en programma’s om met dit thema aan de slag te gaan.
In onze kennisbank vindt u meer artikelen over sociale competenties.
Mediawijsheid
De maatschappelijke impact van media wordt steeds groter. Daarom is het belangrijk dat leerlingen kritisch met media om kunnen gaan. Ze moeten leren hoe ze al die informatie kunnen filteren en hoe ze actief en bewust deel kunnen nemen aan onze mediasamenleving.
Meer informatie over mediawijsheid vindt u in onze kennisbank.
Tegengaan van radicalisering
Voedingsbodem voor radicalisering zijn gevoelens en ervaringen van achterstelling, discriminatie, vernedering, uitsluiting of onrecht, persoonlijke gebeurtenissen die leerlingen onzeker maken over wie ze zijn en psychische problematiek.
Doorbreek het wij/zij denken, neem basisbehoeften serieus, biedt leerlingen hulp aan die ze nodig hebben en creëer een sociaal veilig klimaat. Het is van belang in contact te blijven met leerlingen. Ga het gesprek aan als een leerling grensoverschrijdend gedrag vertoont of een zorgelijke thuissituatie heeft. Het is belangrijk dat alle leerlingen het gevoel hebben erbij te horen, niet gediscrimineerd te worden en gezien te worden. Als het gaat om het tegengaan van polarisatie en discriminatie, blijkt dat het beter is niet te veel nadruk te leggen op de verschillen, maar om met leerlingen te praten over gemeenschappelijkheden. Hierdoor kan eventuele angst afnemen.
Help leerlingen kritisch en genuanceerd te denken, door actualiteiten in de hele groep te bespreken. Allerlei lesmateriaal rondom kritisch burgerschap en debatteren kunnen u hierbij helpen. Wees expliciet in kledingvoorschriften en omgangsregels: wel of geen hoofddoek, wel of geen handen geven als begroeting. Hou daarbij rekening dat ze niet in strijd zijn met de wet op gelijke behandeling.
Meer informatie rondom dit thema vindt u bij de themapagina ‘radicalisering’.
Voorlichting over hulp bij onveiligheid
Om te voorkomen dat leerlingen, ouders en ook personeel te lang in hun eentje worstelen met een onveilige situatie en daardoor de situatie escaleert, wordt duidelijk gecommuniceerd bij wie ze terecht kunnen. Dit kan de school communiceren via de website of via de nieuwsbrief, maar er kunnen ook gesprekken over georganiseerd worden, zoals een ouderavond of vergadering, of een groepsgesprek in de klas. Personeel dat een sleutelfunctie heeft in het omgaan met onveilige situaties, zoals bijvoorbeeld de mentor of de vertrouwenspersoon, kan voorlichtingslessen geven aan alle klassen.
Scholing en training personeel
Het trainen en scholen van al het personeel in het omgaan met grensoverschrijdend gedrag helpt hen adequaat in te spelen op situaties van onveiligheid. Personeel moet bijvoorbeeld goed kunnen communiceren met ouders. Ook moet personeel in de lessen in kunnen spelen op actualiteiten, zoals incidenten die te maken hebben met radicalisering of pesten. Zoekt u scholing over sociale veiligheid in het onderwijs? Bekijk dan ons aanbod.